Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > Het congres van de U.S.I.C.

Het congres van de U.S.I.C.

dinsdag 2 juli 2024, door Rixke

Het XXIIe congres van de U.S.I.C. (Internationale Spoorweg-Sportunie) had plaats te Brussel van 11 tot 15 september 1967. Afvaardigingen van 24 sportunies hebben er actief aan deelgenomen.

De openingszitting werd voorgezeten door de h. Arys, directeur P.S., omringd door de hh. Pernot, algemeen voorzitter van de U.S.I.C., Pfister, algemeen penningmeester, Glaser, die de h. Kuiser, secretaris-generaal, verving en Dr. Van Roy, algemeen voorzitter van de S.V.B.S.

In zijn toespraak, verheugde de h. Arys er zich over aanwezig te kunnen zijn op een zo talrijke vergadering waarvan de leden, ongeacht hun rang, alles in ’t werk stellen om de liefhebberssport onder de spoormannen te bevorderen en om hen aldus de nodige ontspanning te bezorgen in een tijd dat de dagelijkse arbeid de zenuwen van de mens zwaar op de proef stelt. Met hetzelfde genoegen constateerde hij dat alle afgevaardigden steeds hebben gewerkt in een geest van oprechte kameraadschap en wederzijdse achting.

De spoormannen helpen, elkaar beter te leren kennen ondanks de taalmoeilijkheden en de verschillende gewoonten, is ongetwijfeld bijdragen tot een beter begrip onder de volkeren.

Na zijn hartelijke dank te hebben betuigd aan de h. Arys, sprak de h. Pernot zijn tevredenheid uit over het ruime begrip dat de Hogere Overheden van de Spoorwegen ten aanzien van de U.S.I.C. aan de dag hebben gelegd. Hij stelde de invoering voor van een erebeker die toegekend zou worden aan het land dat zich bijzonder ingespannen heeft voor de U.S.I.C. en suggereerde deze beker voor de eerste maal aan België toe te kennen. Dit voorstel werd achteraf eenparig door het Congres aanvaard.

Tijdens haar werkzaamheden heeft de Technische Commissie van het Congres o.m. de data en plaatsen bepaald van de eerstkomende internationale kampioenschappen voor spoormannen (zie blz. 34).

Gedurende hun verblijf in België hebben de congresleden de installaties van de Antwerpse haven kunnen bezichtigen: op hot programma stonden tevens een bezoek aan het kasteel van Noisy en een ontvangst op het stadhuis van Brussel.

Tijdens het slotbanket, dat de hh. directeurs Crem, Brouckaert en Devillers met hun aanwezigheid konden vereren, zegde de h. Lataire, directeur-generaal, o.m. het volgende:

"De jaren gaan vlug voorbij en ik durf nauwelijks zeggen dat onze kennismaking al dateert van 1963, toen onze Sportieve Vereniging de eer te beurt viel de internationale atletiekkampioenschappen te organiseren.

Drie mensen, drie steunpilaren van onze S.V.B.S., de hh. Huys, Van Roy en Lacroix, hadden alles tot in de puntjes voorbereid. De vaandels wapperden boven het Leuvense sportstadion. U waart er bij, Mijnheer de Voorzitter; uw grote gestalte dwong sympathie af en uw jarenlange ondervinding schonk vertrouwen aan de organisators die u graag hebt laten voordeel trekken uit uw wijze raadgevingen.

Thans zijn wij weer samen in België. Wat is het goed elkaar weer te vinden...

Ik hoop van harte dat wij elkaar ook na vandaag nog zullen terugvinden, het moge dan in de stadions, op de sportterreinen of rond de groene tafel zijn.

De h. Pernot, omringd door de h. directeur-generaal en Dr. Van Roy.

En ik hoop zulks vooral voor de oudsten, zoals de hh. Pernot en Huys, maar eveneens voor u, Dames en Heren, die ik niet hebt laten afschrikken door een lange reis en hier in Brussel bent komen werken aan de organisatie van de aanstaande sportmanifestaties en aan het periodiek onderhoud var de technische en administratieve raderwerken van uw U.S.I.C.

Door u hiervoor in te spannen, verricht u nuttig werk, want uwe bezorgdheid voor de vrijetijd van de spoormannen betekent een stevige hoeksteen voor het sociale gebouw dat beslist dient te worden opgetrokken tijdens de langdurige vredesperiode die wij sedert het einde van de tweede wereldoorlog kennen.

Dat sociaal gebouw heeft ongetwijfeld in elk land zijn eigen structuur. Het is samengesteld uit menigvuldige afdelingen; die van de sportbeoefening leent zich het best tot internationale contacten, vermits op dat gebied de regels van de wedstrijden nauwkeurig omschreven en eenvormig zijn, net als de bepalingen van de reglementen en de exploitatietechnieken van onze spoorwegen.

Uw activiteiten, Mijne Heren, bevorderen niet alleen de instandhouding van de gezondheid en fitheid van de spoormannen, maar dragen bovendien bij tot de verscheidenheid van hun activiteiten die zo onontbeerlijk zijn voor hun intellectueel en moreel evenwicht. Uw internationale wedstrijden bieden tal van onze spoormannen de gelegenheid om de kameraadschap te ontwikkelen en de geest van verstandhouding aan te wakkeren onder de sportmannen van de 27 landen die tot de U.S.I.C. zijn toegetreden..."

De h. Pernot, algemeen voorzitter, wenste daarna nog te verklaren hoezeer die woorden de S.V.B.S. en de U.S.I.C. een hart onder de riem steken en dankte de h. directeur-generaal en de Hogere Overheid van de N.M.B.S.

Namens de S.V.B.S. gaf Dr. Van Roy uiting aan zijn diepe erkentelijkheid voor de eer die België te beurt viel als eerste natie de erebeker te mogen ontvangen die tijdens het XXIIe congres ingesteld werd.

Ten slotte nam de h. Lindberg, hoofd van de Zweedse delegatie, het woord om, namens al de afgevaardigden, de algemene tevredenheid over het welslagen van deze manifestatie te vertolken.


Bron: Het Spoor, november 1967