Homepagina > Het Spoor > Toerisme > Spoorslags door België
Spoorslags door België
H. W.
zaterdag 1 maart 2025, door
Al te vaak is men geneigd de provincie Henegouwen te vereenzelvigen met de troosteloze plaatsjes uit de Borinage of het landschap van Charleroi en La Louvière, waar grauwe en zwarte tinten met elkaar wel lijken te wedijveren. Ze vormen echter maar een gedeelte van die provincie welke uit toeristisch oogpunt zeker niet oninteressant is. Zo is het grensgebied met Oost-Vlaanderen en Brabant qua natuurschoon bijzonder aantrekkelijk.
De provincie Henegouwen bezit een van de mooiste en oudste steden van ons land: Doornik. Jammer genoeg kennen heel wat mensen deze stad slechts van naam. Herhaaldelijk hebben we moeten vaststellen dat onze landgenoten met veel lof spreken over de kathedralen van Chartres, Metz, Rouaan en Straatsburg. Als je hun vertelt dat die van ons eigen Doornik zeker zo mooi is, kijken ze je aan met een blik waarin de verbazing zo te lezen staat.
Een bezoek aan de sluimerende Scheldestad, met haar talrijke historische gebouwen en monumenten – de reeds genoemde en onvolprezen kathedraal met haar vijf torens mag je vooral niet vergeten – moet dit jaar beslist op de lijst van je uitstapjes voorkomen.
Doornik is met de trein snel en gemakkelijk te bereiken, ook vanuit het Vlaamse landsgedeelte. Uit welke richting je ook komt, bij het naderen van de stad zal je onmiddellijk merken dat het omliggende landschap nog vrij ongerept is. En dat kan je niet zo maar van elke stadsomgeving zeggen.
Voor een bezoek aan Doornik, na Tongeren de oudste stad van België en, destijds, hoofdplaats van het Merovingische Rijk, moet je minstens over een dag beschikken. Je kunt je verkenningstocht bijv. beginnen op de Grand-Place die, na haar volledige verwoesting in 1940, in haar oorspronkelijke vorm en stijl gerestaureerd werd. Je kunt er de Lakenhalle bewonderen die, in 1610-1611, in zuivere renaissancestijl gebouwd werd, het vroeggotische Belfort dat het oudste van ons land is en de met veel smaak gerestaureerde St.-Kwintenskerk uit het einde van de XIIe eeuw. Vlak bij de Grand-Place staat de imposante Onze-Lieve-Vrouwekathedraal met haar vijf legendarische torens die, om een beeldspraak van Maurice des Ambiaux te plagiëren, wel Kruisvaarders lijken.
Het schip en de kruisbreuk behoren tot de Romaanse stijl; het koor is een van de zuiverste uitingen van de vroeggotiek. Bij een bezoek aan de kathedraal moet je beslist ook een kijkje gaan nemen in de schatkamer die vele kostbare kunstvoorwerpen bezit.
Na de Kathedraal, is de St.-Jacobskerk het mooiste kerkgebouw van Doornik. De Romaanse toren is geflankeerd met een schip van dezelfde bouwtrant, terwijl het koor hooggotisch is. Andere mooie kerken in deze stad zijn de St.-Margaretakerk. de vroeggotische St.-Maria-Magdalenakerk, de St.-Niklaaskerk, de St.-Brixuskerk, de St.-Janskerk en de St.-Piatuskerk.
Maar er zijn ook prachtige voorbeelden van burgerlijke bouwkunst. Buiten de Lakenhalle en het Belfort zijn er nog het Stadhuis, vroeger het paleis van de abt van de St.-Maartensabdij, het museum voor geschiedenis en oudheidkunde en het museum voor folklore... In de Rue Barre St.-Brice kan je een bouwwerk uit de XVe eeuw bewonderen en, even verder, twee Romaanse woningen met trapgevels, de oudste burgershuizen van West-Europa. Langs de Schelde, die de stad doorkruist, tref je fraaie renaissancehuizen aan. Vanuit dit stemmige kader moet je beslist eens opkijken naar de Pont des Trous met haar drie bogen, één van de waterpoorten van de vroegere stadsomheining. De toren op de linkeroever werd in 1281 gebouwd en die op de rechteroever van 1302 tot 1304; de bogen werden tussen 1304 en 1329 voltooid. Dit bouwwerk werd in 1940 zwaar beschadigd en na de oorlog door het bestuur van Bruggen en Wegen gerestaureerd. Toen werd, ten behoeve van de scheepvaart, de brug 2,40 m verhoogd ten opzicht van het vroegere peil. Spijtig genoeg heeft men bij deze wederopbouw de bogen gewijzigd.

En wanneer je dan naar het station terugkeert, moet je beslist nog eens aanlopen bij Hendrik VIII, nou ja wij bedoelen natuurlijk zijn toren die een overblijfsel is van de Engelse bezetting. De zogenoemde „grosse tour” werd ingericht als een krijgsmuseum; buiten andere bezienswaardigheden zal je er ook de steekhoed van Napoleon te zien krijgen (zoals trouwens in ieder krijgsmuseum dat zijn blazoen waardig wil zijn).
Zoals je hebt kunnen merken, heeft Doornik op cultuur-historisch gebied bijzonder veel te bieden. Daarbij komt nog dat deze stad een zeldzame sfeer en rust uitstraalt. Wie Doornik eenmaal bezocht heeft, komt er graag weer.
Ook de omstreken van de stad bergen onvermoede bezienswaardigheden. Zo zijn daar de Mont-Saint-Aubert en de fontein van Sint-Elooi, waar eertijds de herders hun schaapjes drenkten, en het kerkje van Esquelmes, de oudste Romaanse plattelandskerk van België, die je door een dreef met eeuwenoude kastanjebomen bereikt.
Bron: Het Spoor, mei 1972