Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Elektriciteit op de lijn Bergen - Manage

Elektriciteit op de lijn Bergen - Manage

Georges Finet.

maandag 24 januari 2011, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 Geschiedenis

De geschiedenis van de lijn Bergen - Manage is een verhaal in drie afleveringen. Het begint op 20 januari 1848 als tegelijkertijd de baanvakken Manage - Bracquegnies en La Louvière - Bascoup via Mariemont worden opengesteld. Op 1 juni 1849 worden Bracquegnies en Nimy door rails verbonden en vanaf 20 oktober 1849 kan er ook tussen Nimy en Bergen worden gespoord. Het heeft dan nog honderdeenendertig jaar geduurd (tot 28 september 1980) voordat de lijn gemoderniseerd werd en de vruchten van de elektrificatie kon plukken.

Station La Louvière

Die lijn was economisch gezien erg nuttig, maar bij de studie en de aanleg ervan dienden heel wat moeilijkheden, vooral politieke en economische, te worden overwonnen. Door de indienststelling van de spoorlijnen Brussel - Bergen (op 28 december 1842) en ’s-Gravenbrakel - Namen via Manage, Luttre en Charleroi (op 2 augustus 1843), voelden de steenkolenbazen van het Centrum zich stiefmoederlijk behandeld ten opzichte van de koolmijnen van de Borinage en van de streek rond Charleroi, die reeds allemaal door particuliere spoorverbindingen met de nieuwe lijnen verbonden waren. Dit betekende een reëel voordeel omdat de goederen op die manier sneller en goedkoper naar de nijverheden en klanten verzonden konden worden. Op 14 april 1845 diende Minister van Openbare Werken Dechamps, die van Manage afkomstig was, een wetsontwerp in. Hij was voor de aanleg van een lijn tussen Bergen en Manage (twee stations van het staatsnet), die volgens hem aan een particuliere maatschappij in concessie moest worden gegeven; zo zou de Staat geen kapitaal moeten inbrengen en geen enkel risico lopen.

Hefboom La Louvière

Het ontwerp werd heftig aangevallen door de parlementsleden van Bergen en Charleroi, die daarin een bedreiging zagen voor de economische voordelen van de koolmijnen uit hun streek. Maar bij de stemming werd het ontwerp door de Kamer met 58 stemmen tegen 5 en 10 onthoudingen en door de Senaat met 33 stemmen tegen 1 goedgekeurd. Het algemeen belang had ten slotte zwaarder gewogen dan een verbeten regionalisme.

De concessie werd gegeven aan Georges Robert d’Hacourt de Londres, die de overeenkomst met de Minister van Openbare Werken ondertekende in naam van zijn maatschappij, de “Compagnie du Centre”.

Het verkeer op die lijn is tot vandaag ongeveer hetzelfde gebleven; in La Louvière was er een vertakking naar het station Baume, dat later Haine-St.-Pierre zou worden, en van daar via Mariemont naar Bascoup. Het verbindingsspoor tussen de vertakking van Bois d’Haine en Manage, dat voor het station doodliep, werd pas in 1891 op zijn huidige plaats gelegd. De boog van La Paix, die voor een directe verbinding Bergen - Haine-St.-Pierre zorgt, werd in 1923 ingereden.

Het zenuwcentrum van de lijn, met wagenloods, depot “Sporen en Werken” en administratieve diensten, bevond zich eerst in La Louvière, waar het oorspronkelijke station in 1966 afgebroken werd.

In het begin diende de lijn enkel voor goederenvervoer; later organiseerde de maatschappij reizigers- en goederenverkeer. Een tijdlang werden daarvoor gemengde treinen, met zowel reizigers- als goederenmaterieel gebruikt, een vervoerwijze die al vlug algemeen werd toegepast op het Belgische net.

Op 29 oktober 1854 maakte de maatschappij van de spoorweg Namen - Luik van een clausule in haar statuten gebruik om de spoorlijn van Namen naar Luik aan de Compagnie française du Nord in huur te geven. Op 3 april 1856 verhuurde de Société du Centre eveneens aan de Compagnie du Chemin de fer du Nord het baanvak Bergen - Manage, dat aansluiting gaf op het baanvak Feignies - Bergen, dat de Compagnie Française al beheerde.

La Louvière

De Belgische regering verzette zich evenwel tegen die cessie. Deze lijn, verlengd tot Brussel over Nijvel en Groenendaal, was namelijk twee kilometer korter dan de lijn Bergen - Brussel over ’s-Gravenbrakel.

Daarom kocht de regering de lijn terug, wat haar drie grote voordelen opleverde: “ze verijdelde, zonder nadeel voor de concessiehouders, de wellicht gevaarlijke uitbreiding van de exploitatie op Belgisch grondgebied door een machtige buitenlandse maatschappij; ze sloot definitief de mogelijkheid uit dat concessiehoudende maatschappijen zouden fusioneren of een verbond zouden sluiten, waardoor de Staatsspoorwegen minder ontvangsten zouden hebben; ze zou ten slotte een spoorlijn verwerven die in haar exploitatiegebied ligt, die op zichzelf al rendabel is en die onder haar leiding nog betere resultaten zou opleveren” (uit de toespraak van de Minister van Openbare Werken tot de Kamer van 28 april 1858).

Op 1 augustus 1858 kwam de lijn Bergen - Manage definitief onder het beheer van het Rijk.

Niet alleen de koolmijnen worden op de nieuwe lijn aangesloten, ook de meest verscheiden metaalbedrijven leerden de spoorweg als een onmisbare medewerker kennen. In 1862 bedroeg het goederenvervoer op de lijn 61 333 ton, in 1879 was dat al 364 143 ton. In het vormingsstation van Haine-St.-Pierre, dat in de jaren 1955 en 1960, de bloeiperiode van de koolmijnen, het belangrijkste station en spoorwegknooppunt van het Centrum was, werden vijftienhonderd tot tweeduizend wagens per dag behandeld. Die wagens kwamen vooral van de Usines Gustave Boël te La Louvière, die onmiddellijk na haar oprichting in 1850 op het net aangesloten werd, en van de cementbedrijven te Obourg en te Thieu.

Toen de lijn Haine-St.-Pierre - Houdeng - Ecaussines Carrières in 1965 afgeschaft werd om een autosnelweg te kunnen aanleggen, kwam er een verbindingsboog tussen Bois d’Haine en Familleureux om het verkeer van die lijn op te vangen. Met de elektrificatie van het baanvak Bergen - Manage wordt een nieuwe stap gezet naar de volledige elektrificatie van de Waalse aslijn. Die as loopt nu nog over Manage en Luttre, maar het nieuwe traject over Haine-St. -Pierre en Piéton is twaalf tot dertien kilometer korter; bovendien zullen de treinen op de nog aan te leggen lijn tussen Piéton en Marchienne-au-Pont 140 km/u. kunnen rijden. Vermeldenswaard is nog dat de lijn Bergen - Manage in 1849 werd gelegd met spoorstaven van 24 kg per meter, die hoofdzakelijk door de firma Dupont uit La Croyère geleverd werden. De firma was nog niet op de lijn aangesloten en was in 1837, tegelijkertijd als Cockerill, met de produktie van rails begonnen. Vanaf 1855 leverde de firma Gustave Boel ook spoorstaven. [1]


Bron: Het Spoor, december 1980


[1Met dank aan de heer Paul van Bellingen, auteur o.a, van het werk “Haine-St-Pierre, nœud ferroviaire du Centre” (Haine-St-Pierre, spoorwegknooppunt van het Centrum) uit wiens boeken we mochten putten om dit kort overzicht samen te stellen.