Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Elektrificatie van lijn 94

Elektrificatie van lijn 94

LRG.

maandag 7 maart 2011, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Sinds 1 juni ll. is de elektrische tractie tussen Halle en Doornik een feit. Meteen zijn op deze lijn de meeste moderniseringswerken voltooid, die enkele jaren geleden van start gingen om de service aan de cliënteel te verbeteren.

 Van oost naar west

Lijn 94 splitst zich in Halle van de verbinding Brussel - Bergen - Quévy (Parijs) af en loopt vandaar door het noorden van Henegouwen, van oost naar west. Zij doet achtereenvolgens Edingen, Opzullik, Aat en Leuze aan, en bereikt dan Doornik. Voorbij het grenspunt te Blandain lopen de sporen via Ascq naar Rijsel. In Edingen kruist lijn 94 de verbinding ’s-Gravenbrakel - Geraardsbergen (lijn 123), in Aat snijdt ze lijn 90 (Jurbeke - Denderleeuw via Aat, Lessen en Geraardsbergen). Leuze vormt een kruispunt met lijn 86, die Gent via De Pinte, Oudenaarde en Ronse met Leuze verbindt. Tot 1984 liep die lijn door tot Blaton. Sindsdien is het baanvak Leuze - Blaton buiten dienst (behalve tussen Blaton en Basècles). Even vóór Doornik vervoegt lijn 94 zich bij lijn 78, die van Saint-Ghislain komt. Bij de vertakking in Froyennes, buiten Doornik, splitst ze zich naar links af van lijn 75a, die de Waalse as tot in Moeskroen doortrekt.

Lijn 94 kwam in de 19e eeuw in 2 fasen tot stand. De spoorweg had Doornik al bereikt in oktober 1842, met een lijn van Gent via Kortrijk.

Om de reizigers naar de rest van Henegouwen en naar Brussel een omweg te besparen, werd er een lijn aangelegd van Doornik naar Aat en Jurbeke; daar sloot ze aan op de internationale lijn Brussel - Parijs. Het net bleef zich nadien uitbreiden, zodat men in 1863 de lijn Halle - Doornik openstelde, een schakel in de internationale verbinding Brussel - Calais.

De lijn van Halle tot aan de Franse grens, in totaal ongeveer 78 kilometer lang, is volledig dubbelsporig. Alles samen zijn zowel lengteprofiel als spoortracé gunstig: er komen geen steile hellingen voor en er zijn niet veel scherpe bochten.

Toch waren er enkele probleemgebieden, zoals het stuk tussen Edingen en Aat, met veel overwegen en een zeer scherpe bocht bij het binnenrijden van het station Aat; vooral tussen Leuze en Doornik lagen er nog enkele andere korte bochten.

Er lag dus wat groot werk op de plank, wilde men tot de snelheidsverhogingen komen die noodzakelijk waren om zoveel mogelijk voordeel te halen uit de elektrificatie waartoe er was besloten.

 Infrastructuurwerken

Op de diverse werkterreinen ging het vooral om de verbetering en modernisering van het spoortracé, verscheidene kunstwerken, stationsinstallaties, alsook het optrekken van een aantal gebouwen voor de elektrische installaties.

Verbetering van het tracé en modernisering van het spoor

De belangrijkste werken vonden plaats tussen Mark en Aat, waar zowat 15 km spoorlijn werd aangelegd op een geheel nieuwe bedding. Voor die werken aan de zgn. “Zuiderling van Aat”, moesten er aanzienlijke middelen worden aangewend. We gaan daar evenwel niet verder op in, omdat ze in “het Spoor” van mei ’86 al uitgebreid aan bod zijn gekomen. Verder zijn het bochtentracé en de verkanting op vele plaatsen verbeterd om de snelheid op de lijn te verhogen. Zo is het tracé aanzienlijk verbeterd in Bierk, in de inrij van het station Edingen, kant Brussel, en eveneens in drie bochten tussen Aat en Leuze, zodat de snelheid van 120 op 140 km/u. kon worden gebracht. Ook de bochten van Beders en Havinnes tussen Leuze en Doornik werden aangepakt: de toegestane snelheid bedroeg hier voordien maar 90 km/u. en nu 140 km/u., behalve op twee plaatsen waar ze voorlopig tot 120 km/u. beperkt is, in afwachting dat enkele minder omvangrijke werken een snelheidsverhoging tot 130 km/u. mogelijk maken.

Behoudens de verbetering van die laatste bochten moesten ook de spoorstaven, dwarsliggers en ballast in die zone worden vernieuwd, aangezien het spoormateriaal daar het einde van de gebruiksduur in hoofdspoor had bereikt. Bovendien wordt er op dit ogenblik nog gewerkt aan een tracéverbetering bij de inrij van Aat, kant Doornik, om de toegang tot dit station te vergemakkelijken (brug over de Dender).

Aat na beëinding van de werken

Kunstwerken

Niet alleen zijn er 24 kunstwerken aangelegd voor de constructie van de zuiderring van Aat, maar ook zijn er twee overbruggingen vernieuwd bij de inrij van het station Edingen, kant Brussel. Door die werken kon een overweg (nr. 17) afgeschaft worden.

Bij de inrij van het station Aat, kant Brussel, maakt een spoorwegbrug, met ingebetonneerde liggers de bediening van de industriezone van Gellingen via lijn 287 mogelijk. Aan de andere kant van het station, richting Doornik, is de verbetering van het spoortracé nog aan de gang; hiervoor moet een metalen spoorbrug over de gekanaliseerde Dender worden gebouwd, alsook een spoorbrug van spanbeton over het westelijk deel van de Dender. Terzelfdertijd wordt er op het nieuwe tracé een kokerbrug van gewapend beton gebouwd, die over de openbare weg loopt, waardoor overweg nr. 27 kan worden afgeschaft.

Aanpassing van de stationsinstallaties

In de stations Edingen, Aat (zie schema), Leuze en Doornik werden de sporen aangepast. Hierbij zijn de sporen in de stations vereenvoudigd, is de perronlengte aangepast en is de service aan de cliënteel verbeterd: toegang tot de perrons langs perrontunnels, aanleg of aanpassing van busstations, van parkeerterreinen en fietsenstallingen, goederenkoeren enz.

Zo kreeg het nieuwe station van Zullik, op de zuiderring van Aat, een onderdoorgang die bijna voltooid is. Het beschikte al over een ruim parkeerterrein (voor 250 auto’s), fietsenrekken en een standplaats voor autobussen. Bovendien wordt hier eerstdaags een gebouw voor reizigers opgericht.

Behalve de spoorwerken die leiden tot de nieuwe toestand op het bijgaande schema, is er in Aat ook werk gemaakt van 3 parkeerterreinen (met respectievelijk 94, 55 en 120 plaatsen) en een busstation.

Voor dit laatste moesten trouwens de Stationsstraat en de trottoirs ervan worden aangepast. Verder is er nog een fietsenstalling (100 plaatsen) in aanbouw.

Het station Leuze telt voortaan drie doorgaande sporen. De voetgangersbrug over de sporen is afgebroken, maar er komt een reizigerstunnel. Ook wordt er een busstation aangelegd.

De moderniseringswerken in het station Doornik, ten slotte, zijn eveneens al van start gegaan. Het betreft voornamelijk de verlenging van de perrontunnel en de aanleg van parkeerterreinen voor auto’s (250 plaatsen).


Bron: Het Spoor, september 1986

Portfolio