Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Plechtige ingebruikneming van de terminal van Bressoux

Plechtige ingebruikneming van de terminal van Bressoux

maandag 6 februari 2012, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

In aanwezigheid van de heer L. Lataire, Directeur-Generaal van de NMBS, de heer Tonneaux, ondervoorzitter van de Raad van Beheer, van Belgische en buitenlandse prominenten uit de spoorwegwereld en van overheidspersonen uit het Luikse, knipte de kabinetschef van de heer Minister van Verkeerswezen, op 15 mei jl., het lintje van de nieuwe containerterminal van Bressoux.

Al die mensen, zo zei de heer Directeur-Generaal in zijn toespraak, waren niet zozeer samengekomen om getuige te zijn van de plechtige ingebruikneming van de terminal dan wel om de verwezenlijking te vieren van een gedurfd plan dat een beslissend keerpunt betekent in de politiek van de Maatschappij op het gebied van het goederenverkeer.

De aanzienlijke uitbreiding van de handelsverkeerszones die de gemeenschappelijke markt met zich heeft gebracht, verplicht ons ertoe onze verzendingswijze van industrie- en handelsprodukten op een nieuwe wijze te benaderen.

Enerzijds zijn de oude laadkoeren in onbruik geraakt, anderzijds zijn de spoorwegen en de grote wegvervoerders meer en meer op elkaar aangewezen. Dit heeft de ontwikkeling van grote containers in de hand gewerkt.

Voortaan zullen vijf of zes terminals, die ware “wisselplaatsen” zijn tussen het spoor en de weg, volstaan om heel het land te bestrijken en een vervoer te onderhouden dat over steeds groter wordende afstanden verloopt.

Antwerpen en Zeebrugge zijn reeds met portaalkranen uitgerust. Over anderhalf jaar zal die van Charleroi (te Châtelineau) in gebruik genomen worden. Brussel en Kortrijk komen later aan de beurt.

Vandaag willen we het hebben over Bressoux dat, met de nieuwe terminal, het belangrijkste goederenstation uit het Luikse wordt.

De portaalkraan is uitgerust met alle onderdelen die nodig zijn voor een rationele behandeling van al dan niet gestandaardiseerde containers; ze beschikt over een volledig stel grijporganen waarmee ze gestandaardiseerde containers van 20, 30 en 40 voet kan lichten.

Met haar grijparmen kan ze bepaalde containers of “Kangoeroe-opleggers” vatten, wanneer deze van aangepaste draagstukken voorzien zijn.

Hierna vindt de lezer enkele kenmerken van deze laadbrug welke twee spoorbanen, een rijstrook voor wegvoertuigen en een stapelruimte overspant:

Bereik 20 m
Lengte van de loopweg 325 m
Hefvermogen aan de haak 20 t
Hefvermogen aan de spreader (telescopisch hefraam)
met draaiende grendelstukken 30 t
met grijparmen 33 t
Hefhoogte onder spreader 9 m
Mogelijkheid om de lasten te draaien over 180°

Bron: Het Spoor, juli 1972