136 (12 1967)

Articles

• Elfde periode, 1940-1946 - Overname van de Nord Belge en 2de wereldoorlog (vervolg)
  5 februari 2012, door rixke

  Als gevolg van de voortdurende stijging van de tonnemaat der reizigerstreinen en meer in ’t bijzonder, van die der exprestreinen Parijs - Keulen, bleek omstreeks 1900 dat de machines nrs 201 tot 215, alsmede de drie 4-4-0 “Outrance” van de “Nord français”, die enige tijd tussen Luik en Namen gebruikt werden, niet krachtig genoeg waren. De “Nord Belge” besliste zes compoundlocomotieven met vier cilinders te bouwen, stelsel van Glehn du Bousquet, identiek met de machines van de reeks (...)

• Onzième période, 1940-1946 - Reprise du « Nord Belge » (suite)
  24 novembre 2010, par rixke

  Vers 1900, en présence de l’accroissement continu du tonnage des trains de voyageurs et principalement des express Paris-Cologne, les machines n° 201 à 215 commencèrent à se révéler insuffisantes, de même que les trois 4-4-0 « Outrance » du Nord français, employées quelque temps entre Liège et Namur. Le Nord Belge décida la construction de six locomotives compound à quatre cylindres, système de Glehn-du Bousquet, entièrement semblables aux machines de la série 2.121-2.157 du Nord français. (...)

• Sovietskaya Zeleznaya Doroga. Type K.
  24 novembre 2010, par rixke

  En 1961, l’industrie d’Allemagne fédérale a livré 20 locomotives à marchandises qui sont utilisées sur la section est du « Transsibérien », électrifiée en courant monophasé. Pouvant circuler sous des températures de - 50°, ces machines sont équipées de redresseurs ou silicium, d’où leur appellation « K » pour « Kriemien » (silicium). Les bogies, en acier soudé, sont accouplés et comportent chacun trois moteurs de traction suspendus par le nez. Les boites d’essieux à roulements sont liées (...)

• Sovietskaya Zeleznaya Doroga. Type K.
  16 januari 2012, door rixke

  In 1961 heeft de industrie van de Duitse Bondsrepubliek 20 goederentreinlocomotieven geleverd, die gebruikt worden op het oostelijke baanvak van de “Transsiberische Spoorweg” welke met eenfazige stroom geëlektrificeerd werd. Die machines kunnen rijden onder temperaturen van -50°, ze zijn uitgerust met siliciumgelijkrichters, vandaar de benaming “K” voor “Kriemien” (silicium). De draaistellen van gelast staal zijn gekoppeld en voorzien van drie tractiemotoren met neusophanging. De (...)

• Het centrum voor beheer van het goederenverkeer
  19 januari 2015, door rixke

  Sedert mei 1967 is de centrale-treindienstregeling of “dispatching” ingelijfd bij het Centrum voor beheer van het goederenverkeer en heeft deze dienst een grondige reorganisatie ondergaan, welke samenviel met de centralisatie van een deel der bevoegdheden van de gewestelijke “dispatchingcentra”, die bij de directie van de Exploitatie doorgevoerd werd.
  Een blik in het verleden.
  Om beter de redenen van die centralisatie te begrijpen, dient eraan herinnerd te worden hoe en waarom het (...)

• Toekomstproblemen van de tractie
  12 januari 2015, door rixke

  In dit derde en laatste artikel, gewijd aan de toekomstproblemen van de tractie, zouden wij nog een bondig overzicht willen geven van de ontwikkeling die de spoorwegen in de loop van de volgende dertig jaar zullen doormaken.
  Zware treinen.
  De zwaarste vrachten die op ons net rijden, bestaan uit de ertstreinen, voornamelijk op de lijn Athus-Maas en op de lijnen die de haven van Antwerpen met de bekkens van de metaalindustrie uit Luik en Charleroi verbinden. De diesel- en elektrische (...)

• Problèmes d’avenir de la traction
  24 novembre 2010, par rixke

  Dans ce troisième et dernier article consacré aux problèmes d’avenir de la traction, nous voudrions encore esquisser quelques autres grandes lignes du développement ferroviaire d’ici la fin du siècle. Trains lourds.
  Les charges les plus lourdes qui circulent sur notre réseau sont constituées par les trains de minerais, principalement sur la ligne Athus-Meuse et sur les lignes qui relient le port d’Anvers aux bassins sidérurgiques de Liège et de Charleroi. Les locomotives diesel et (...)