Locomotieven uit alle windstreken

De eerste vijf eenheden van een voorreeks van zes locomotieven Re 4/4 II werden in dienst gesteld in 1964. De zes machines waren oorspronkelijk genummerd van 11201 tot 11206; thans dragen ze de nummers 11101 tot 11106. De elektrische uitrusting van de eerste vijf is van het klassieke type voor een locomotief met wisselstroom 16 2/3 Hz: een transformator met cirkelschakelaar met 32 standen zorgt voor de stroomfluctuatie en voedt rechtstreeks de vier tractie-motoren met wisselstroom. Op de (…)

Twee prototypelocomotieven VL 60, ex-N 60 , werden in maart 1958 geleverd. Na de proeven die gedaan werden op de experimentele lijn van Ojerelie - Paveltz (137 km), gelegen op 124 km ten zuiden van Moskou en gevoed met éénfasige stroom van 50 Hz, werden verscheidene machines van dit type in dienst genomen, vooral op het lange traject Marinsk - Krasnoïarsk - Irkoutsk (oostelijk deel van de Transsiberische Spoorweg) en op de lijn Moskou - Gorki. Naast de VL 60, voor de goederentrein-dienst, (…)

In het Zwitserse Graubunderland bestaat de 400 km lange Rhetische spoorweg (RhB) haast uitsluitend uit bergspoor. De lijn van Chur (Coire) naar St. Moritz heeft hellingen van 35 per duizend en bochten van 100 m straal. Op de lijn van Landquart naar Davos, bereiken sommige hellingen 45 per duizend. Voor het trekken van „zware” treinen op deze lijnen, werden er twee locomotieven Ge 6/6 geleverd in 1958 (nrs 701 „Raetia” en 702 „Curia”). Hun kast is verdeeld in twee gelede delen, rustend op (…)

In 1962-63 werden er door de Britse industrie aan de PKP twintig elektrische locomotieven geleverd. Die universele locomotieven (alle diensten) vormen de reeks EU 06 en kunnen, gekoppeld, treinen trekken van 3.600 t met een snelheid van 60 km/h. Twee ervan, die bestudeerd werden om de maximale snelheid op te voeren tot 150 km/h, vormen de prototypen van de EU 07. Ze worden onder licentie gebouwd te Wroclaw (ex-Breslau) sedert 1966. Hun mechanisch gedeelte is in grote lijnen verwant aan dat (…)

Deze locomotieven werden bestudeerd in de U.S.A, door de tandem Baldwin-Westinghouse en gebouwd in Nederland. De 25 exemplaren werden aan de N.S. tussen 1951 en 1953 geleverd. Die machines welke bestemd zijn voor de gemengde diensten, hebben een weerstandsvermogen zonder weerga. De Pennsylvaniadraaistellen van vormgietstaal zijn voorzien van rollagerpotten. De motoren zijn bevestigd met neusophanging. De zeer comfortabele bestuurderscabines zijn voorafgegaan door enorme motorkappen die een (…)

De TE3 is een diesel-elektrische locomotief die doorgaans in treinschakeling rijdt met slechts één bestuurder. De twee eenheden worden ieder aangedreven door een 10 cilinder-twee-taktdieselmotor met overstaande zuigers, afgeleid van de Amerikaanse motor van Fairbanks-Morse. Deze motor drijft een klassieke hoofdgenerator aan. Het koelaggregaat is ondergebracht in een ruim dat zich aan het einde van elke kast bevindt. De olie en het koelwater van de diesellocomotieven worden door een (…)

De locomotief E 444.001, die op 8 november 1967 officieel werd voorgesteld aan de pers, legde bij die gelegenheid de 210 km tussen Rome en Napels af in 88 minuten, met een commerciële snelheid van 150 km/h. De getrokken belasting bedroeg 315 ton, of 7 rijtuigen.
Met het oog op het verhogen van de snelheid op de lijnen met gemakkelijk profiel, hebben de FS in 1963 vijf elektrische voorreekslocomotieven besteld die 180 km/h kunnen halen. Die machines werden ontworpen door het (…)

Tot 1964 hadden de Sovjetrussische Spoorwegen geen zware rangeerlocomotieven van meer dan 1 000 pk die in staat waren treinen van 5 000 t te vormen aan de rangeerheuvel. In hetzelfde jaar heeft de Czechoslowaakse industrie een dieselelektrische locomotief uitgewerkt die aan deze eis beantwoordde. De SZD bestelden hiervan 310 exemplaren die het kenteken CzME3 kregen. Die locomotieven kunnen 6 000 liter brandstof opslaan, wat hun de mogelijkheid biedt gedurende meer dan een week rangeer- (…)

Deze reeks bestaat uit drie diesel-hydraulische locomotieven, geleverd in 1961 door de Westduitse industrie (type ML 3000/2700 C’C’ van de bouwer). Ze trekken zware goederentreinen op de lijn Ulukisla - Adana - Fevzipasa, in de bergachtige streek van de Taurus, in het zuiden van Anatolië (Aziatisch Turkije). Af en toe onderhouden ze reizigerstreindiensten en worden dan uitgerust met een stoomketel die zorgt voor de verwarming van de rijtuigen. De centraal gelegen, geluidvrije (…)

In het begin van 1953 beslisten de NS diesellocomotieven aan te kopen om zo snel mogelijk de stoomlocomotieven op de niet geëlektrificeerde lijnen te vervangen. Vanaf 1954 werden er 100 dieselelektrische locomotieven (2201-2300) geleverd door de Nederlandse industrie, onder licentie van Baldwin-Westinghouse; 50 gelijkaardige locomotieven (2301-2350), in Frankrijk gebouwd om redenen die verband hielden met de leveringstermijn, werden, vanaf 1956, door een andere geconcessioneerde firma van (…)