België: Het verslag van de Raad van Beheer van de N.M.B.S.

In dit document lezen wij dat, in 1962, het verkeer 15.425 miljoen eenheden bereikte, d.i. 277 miljoen meer dan in 1961. Het vervoer van reizigers is toegenomen met 265 miljoen reizigers-km, d.i. 3,1 %, ten opzichte van 1961. Maar die verhoging is vooral het gevolg van de toeneming van het verkeer van houders van sociale abonnementen dat, ondanks de bijdrage van de werkgevers en van de Staat, deficitair blijft. Het vervoer van goederen met wagenladingen bereikte 6.467 miljoen t-km, d.i. 0,2 % meer dan in 1961.

De treinen hebben een totale afstand van 79,5 miljoen km afgelegd, d.i. 1,9 miljoen km of 2,4 % meer dan in 1961. De stoomtractie is opnieuw met 5 miljoen kilometer verminderd; zij vertegenwoordigt nog slechts 21 % van de totale ritten. In hoofdzaak is de dieseltractie daarvoor in de plaats gekomen, met een vooruitgang van 6,1 miljoen km, terwijl de elektrische tractie met 0,8 miljoen km toenam.

De Maatschappij heeft, in 1962, 3 meerstromige locomotieven, 43 nieuwe elektrische twee-wagenmotorstellen, 14 lichte metalen rijtuigen, 90 diesellocomotieven en 1.175 wagens in dienst gesteld. Bestellingen werden geplaatst voor de constructie van 90 baandiesellocomotieven en 1.095 speciale wagens.

De elektrificatie van de lijn Brussel - Parijs werd voortgezet. Op de transversale lijn Erquelinnes - Luik - Herbesthal worden de werken normaal voortgezet. Om de veiligheid te verhogen zijn 17 overwegen op grote lijnen vervangen door kunstwerken; op het einde van het jaar waren er werken aan de gang die de opheffing van 39 andere overwegen moeten mogelijk maken.

Einde 1962 was de lengte der geëxploiteerde lijnen 4.566 km, waarvan 1.524 enkel voor goederendienst. De lijnen der aanvullingsautobus-diensten bereikten 2.996 km. De speciale autobusdiensten, inzonderheid voor werklieden en scholieren strekten zich uit over 23.521 km, tegen 22.107 km in 1961.