Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > Het district noordwest

Het district noordwest

maandag 3 oktober 2016, door rixke

Vernieuwde controleïnstallaties van het verkeer te Gent

Tijdens het weekend van 22 en 23 juni ll. waren er in het districtsgebouw Flandria Palace te Gent opendeurdagen en kon het publiek er de installaties en de vernieuwde ruimtes bezichtigen.

 Het vernieuwde gewestelijke dispatchingcentrum

Het woord „dispatching” komt van „to dispatch” en betekent, „met spoed verzenden”. De dispatching bij de spoorweg moet, voornamelijk op de belangrijkste lijnen het verkeer 24 uur per dag, 7 dagen per week in goede banen leiden en regelen.

Dit bestendig toezicht gebeurt door dispatchers of lijnregelaars vanuit een centrale post.

Dit exploitatiesysteem werd voor het eerst gebruikt in de Verenigde Staten. Vanuit één centrale post regelde een verkeersleider, die met draagbare telefoon in verbinding stond met de treinbestuurders, de rit van alle goederentreinen. Dit systeem kwam tijdens WO I naar Europa via het Amerikaanse leger dat het gebruikte om de overvloed aan troepentreinen snel en veilig naar het front te brengen.

De Belgische spoorwegen deden in 1921 een eerste proef op de lijn Brussel-Namen en spoedig volgden de andere. Jaar na jaar werden alle hoofdlijnen van het net van dispatching voorzien.

Thans zijn er 2704 km spoor op een totaal van 3513 van dispatching voorzien. Sinds ons net onderverdeeld is in 5 districten heeft elk district een gewestelijk dispatchingcentrum (Gewedis) dat wordt geleid door de hoofddispatcher. Zo’n centrum noemt GEWEDIS. De dispatchingcentra dateren uit de jaren vijftig en zijn verouderd. Met het verwijderen van het asbest in 1989, gebruikt als geluiddempend materiaal, werd begonnen met de volledige vernieuwing, ook van de elektrische uitrusting en werd er bovendien een andere configuratie ingevoerd.

 Structuur en organisatie

Het actiegebied van GEWEDIS Gent strekt zich uit over Oost- en West-Vlaanderen, alsook over een belangrijk deel van Antwerpen en Brabant. Dagelijks wordt de rit van zo’n 850 reizigerstreinen en 340 goederentreinen gevolgd, met in het toeristisch seizoen daar nog een 100-tal extra-treinen bovenop.

Per 24 uur komen er op het Gewedis gemiddeld 5000 telefonische oproepen toe of een per 30 seconden.

 Apparatuur

De dispatchers beschikken over een speciaal ontworpen communicatie inrichting waarmee ze tegelijkertijd in verbinding staan met alle posten langs de lijn.

De lijnregelaar heeft twee klavieren met oproeptoetsen gecombineerd met ingebouwde microfoon en een luidspreker. Er is ook nog een gewoon telefoontoestel, aangesloten op het automatische telefoonnet van de NMBS. Met het klavier links kan hij elk ogenblik onmiddellijk in verbinding komen met elk station, seinpost of SOS-telefoon langs de lijn die hij controleert. Iedere aangeslotene kan eveneens met hem in verbinding komen. Via het klavier van de grond-treinverbinding kan de dispatcher de radioverbinding verwezenlijken met de bestuurders van de treinen die zich op de lijn bevinden, De regelaar van de lijn Denderleeuw - Gent - Kust heeft bovendien een monitor waarop de doorrit van de treinen te Denderleeuw en te Gent-St.-Pieters geregistreerd wordt. De dispatcher kan met een, meer of alle posten tegelijk een gesprek voeren. De aangesloten posten kunnen via de dispatchingapparatuur ook onderling met elkaar in contact komen.

 De lijnregelaars

Ieder heeft één of meer spoorlijnen te regelen. Daarom moet hij de lijn goed kennen. De lijnen van GEWEDIS Gent zijn verdeeld over 4 tafels:

  • tafel 1: de lijnen 50A - 51 - 51A - 51B
  • tafel 2: de lijnen 50A - 89 - 66
  • tafel 3: de lijnen 50-53
  • tafel 4: de lijnen 59 - 75

Hoe kan de lijnregelaar het verkeer volgen en de nodige correcties uitvoeren?

De lijnregelaar heeft een type-grafiek met de basisdienstregeling van het treinverkeer. De geplande rit van de treinen is op de grafiek afgebeeld met schuin naar rechts lopende lijnen, klimmend of dalend naargelang de rijrichting van de trein.

Hoe vlakker de lijn, hoe trager de trein; hoe steiler de lijn, hoe sneller de trein. Elke kleur heeft zijn betekenis; zwart voor de reizigerstreinen, blauw voor de goederentreinen en rood voor alle buitengewone ritten.

Op een „blanco-grafiek” duidt de lijnregelaar de werkelijke loop der treinen aan volgens de inlichtingen die hij ontvangt van de seinposten langs de lijn. Door vergelijking van beide grafieken ontdekt hij dadelijk elke abnormale toestand en kan hij direct maatregelen nemen om het verkeer zo vlot mogelijk te houden. Het dispatchingcentrum kan zo op ieder ogenblik de lijnen op hun maximale capaciteit benutten.

 Regelaar goeerentreinen

Een groot deel van de goederentrafiek is perfect voorspelbaar en wordt dan ook op voorhand gepland. Er is echter dagelijks een bijkomend aanbod van 20 a 25 % niet-geplande goederentransporten.

De regelaar moet deze extra goederentreinen zo rationeel mogelijk en volgens de wensen van de cliënt ter bestemming brengen. Voor het opstellen van de ideale combinaties wordt hij bijgestaan door de stationsregelaars en de regelaars van de locomotieven en bestuurders.

 Regelaar locomotieven

Hij houdt zich hoofdzakelijk bezig met het volgen van de locomotieven op regionaal vlak. Op ieder ogenblik moet hij van alle locomotieven weten welke trein ze slepen, waar ze zich bevinden, of ze ritvaardig zijn en welke reserves er voorhanden zijn. Verder moet hij:

  • sleepelementen, gevraagd door zijn collega regelaar goederentreinen, opzoeken en aanduiden;
  • de regionale verkeersleiding helpen bij het zoeken naar rationele combinaties van een maximale locomotiefbenuttiging bij afschaffing van treinen of bij grote vertragingen;
  • defecten aan de centrale verdeler van het materieel doorgeven.

Om dit alles goed te kunnen uitvoeren, moet hij steeds over exacte gegevens beschikken. Hij gebruikt hiervoor grafische voorstellingen van de geplande dienstregelingen van de locomotieven. Hij houdt bestendig de toestand van de locomotieven bij en beschikt over een terminal waardoor hij alle gegevens, nuttig voor een optimaal beheer, kan opvragen.


Bron: Het Spoor, october 1991