La création de la SNCB fut marquée par les perfectionnements qu’apporta l’ingénieur en chef Legein aux différents types de locomotives existants, les 10 et 36 notamment. Au début de cette période, les chemins de fer de l’Etat belge avaient dû restaurer le réseau et reconstituer le parc de traction pour répondre aux besoins du trafic et revenir aux horaires d’avant-guerre. La première guerre mondiale avait non seulement provoqué la destruction d’un grand nombre de locomotives, mais entraîné (...)
Accueil > Mots-clés > Locomotives à vapeur/Stoomlocomotieven > Type 53
Type 53
Articles
-
Les locomotives dont on parlait en 1926
31 juillet 2013, par rixke -
Achtste periode, 1904-1914 - Stelsel Flamme
6 december 2011, door rixkeDe gunstigste periode in de evolutie van de stoomlocomotief in België zou in 1904 aanvangen. Ze zou over tien jaar lopen en van uitzonderlijk belang zijn voor het locomotievenpark van de Staat.
De tamelijk krachtige, eenvoudige en stevige tenderlocomotieven type 23, met vier gekoppelde assen, waren gebouwd naar het voorbeeld van de gelijkaardige machines van de reeksen 150 tot 177 en 200 tot 223 van de Grand Central. Ze wogen rijvaardig 67,34 t en hadden wielen van 1,26 cm. Het (...) -
Men sprak ervan in 1926
31 oktober 2008, door rixkeDe oprichting van de NMBS ligt in het zogenoemde «tijdperk tussen de twee oorlogen», dat op het stuk van de locomotieven gekenmerkt was door de verbeteringen die hoofdingenieur Legein o.m. aan de verschillende bestaande typen 10 en 36 van Flamme heeft aangebracht. In ’t begin van die periode dienden de Belgische Staatsspoorwegen het net te restaureren en het tractiepark te herstellen om het hoofd te kunnen bieden aan de behoeften van het verkeer en om aldus de vooroorlogse dienstregelingen (...)
-
Huitième période, 1904-1914. - Régime Flamme
22 juin 2011, par rixkeLa période la plus faste de l’évolution de la locomotive à vapeur en Belgique va débuter en 1904. Elle s’étendra sur dix années, dont le bilan sera plus que bénéfique pour le parc des machines de l’Etat.
Assez puissantes, simples et robustes, les locomotives-tender type 23, à quatre essieux accouplés, étaient inspirées par les machines similaires des séries 150 à 177 et 200 à 223 du Grand Central. Elles pesaient 67,34 t en charge et avaient des roues de 1,26 m. La puissance développée (...)