Het smal spoor bleek van meet aan economisch.
Vanaf 1832 waren er sporen van 0,60 m. in het land van Wales. De befaamde lijn van Festiniog bestaat nog steeds.
Paul Decauville, die nabij Creil een suikerbietenstokerij exploiteerde, gebruikte vanaf 1867 materieel met een spoorbreedte van 60 voor vervoeren die tot dan toe met de stortkar geschiedden. Een paard dat één ton trok op de weg, kon er zeven trekken op het spoor! Decauville opende toen een werkplaats voor smalspoormaterieel dat (...)
Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior
Van Sporeghem Junior
-
Het spoor van „zestig”
23 januari 2009, door rixke -
De Post
23 januari 2009, door rixkeIn Europa en in Amerika wordt schier heel de post per spoor vervoerd.
In Engeland waren het kolonel Maberley en daarna Rowland Hill, uitvinder van de postzegel, die besloten de post per spoor te vervoeren. Omstreeks 1838 handelde het General Post Office met het merendeel der grote lijnen voor het vervoer van de post ; het betaalde een schadeloosstelling voor de bewezen diensten, maar stelde strenge eisen voor de vertrekuren. Kort vóór 1840 liet het Post Office de postwagen van Cheltenham (...) -
De biljetten
23 januari 2009, door rixkeDe eerste biljetten waren velletjes papier waarop met de hand de datum, de bestemming, de naam van de houder, de nummers van het rijtuig en van de plaats geschreven waren, dat alles in drievoud opgesteld voor de reiziger, de wachter en het bureau van afgifte. Maar dit stelsel, dat men van de diligences had afgekeken, bleek te ingewikkeld ten opzichte van het stijgend aantal reizigers die moesten worden ingeschreven.
De «Leicester and Swannington Railway» bracht, in 1832, voor het eerst (...) -
Het profiel van vrije ruimte
23 januari 2009, door rixkeDe doortocht der treinen is slechts mogelijk in een ruimte die volledig van hindernissen is vrijgemaakt. De verschillende afmetingen die men aldus heeft bekomen, staan vermeld in een schema dat het «profiel van vrije ruimte» wordt genoemd.
Er werd een internationaal profiel (R.l.C.) bepaald, dat de meest beperkte ruimten die op sommige Europese netten voorkomen in acht neemt, Aldus kan het rollend materieel onder het merendeel der netten van het continent worden uitgewisseld. Het (...) -
Omgrenzingsprofielen van het rollend materieel
23 januari 2009, door rixkeEuropa
Het rollend materieel wordt gebouwd met inachtneming van het internationaal omgrenzingsprofiel (R.I.C.). De breedte van de kast schommelt tussen 2,82 en 3 m, en de hoogte aan het dak overschrijdt slechts zelden 4,28 m voor de diesel- en 3,85 m voor de elektrische locomotieven, waarvan de neergelaten stroomafnemers gemiddeld 4,25 m tot 4,50 m hoogte bereiken. De maximale hoogte van de stoomlocomotieven beliep 4,28 m in Frankrijk, 4,48 m in België en 4,55 m in Duitsland. De (...) -
Over stoomfluiten
23 januari 2009, door rixkeDe stoomfluit is te gelijk een waarschuwingsteken en een communicatiemiddel tussen de machinist enerzijds en het treinpersoneel of het personeel van de baan anderzijds. Het is een klok van brons of messing, die, evenals de lucht die ze inhoudt, trilt wanneer de ingeblazen stoom de randen treft.
De eerste locomotieven bezaten geen stoomfluit en de machinisten waren uitgerust met toeters. In 1833 kwam de machine „Samson” van de Leicester & Swannington Railway in botsing met een met (...) -
Indeling der stoomlocomotieven
23 januari 2009, door rixkeEr zijn steeds reizigers- en goederentreinen geweest. Voor de eerste was de snelheid belangrijk, voor de tweede telde vooral het vermogen. De locomotieven moesten derhalve afhankelijk van deze eisen worden gespecialiseerd.
Thans worden de locomotieven onderverdeeld in 4 categorieën : de locomotieven voor reizigerstreinen, voor goederentreinen, voor gemengde diensten en de gelede locomotieven.
De eerste hebben grote wielen met een doormeter van 1,70 toto 2,10 m en meer. Voor de tweede (...) -
De eerste Amerikaanse locomotieven
23 januari 2009, door rixkeMeer nog dan iemand anders, verdiende één man de naam „Vader van de Amerikaanse spoorwegen”: kolonel John Stevens uit Hoboken, New Jersey, die, van 1811 af, in de Verenigde Staten de aanleg van spoorwegen met stoomtractie aanprees. In 1825 deed hij te Hoboken proefritten met een zeer kleine locomotief, voorzien van wielen zonder wielkransen, die door middel van een pal tussen twee centrale spoorstaven gehouden werd.
In 1828 kocht Horatio Allen, ingenieur van het kanaal Delaware & (...) -
De „John Bull” wordt veramerikaniseerd
23 januari 2009, door rixkeGebouwd in de werkplaatsen van George en Robert Stephenson te Newcastle, droeg de „John Buil”, ook Stevens genoemd, het nr. 1 van de Camden & Amboy Railroad. Zij werd op 14 juli 1831 te Liverpool ingescheept op het schip „Alleghany”, met bestemming Philadelphia. Robert Stevens wierf de jonge werktuigkundige Isaac Dripps aan en belastte hem met het monteren van de locomotief, die men in onderdelen verscheept had. Dripps laadde alles op een veerpont en vertrok naar Bordentown. In een (...)
-
Belgische pioniers van het spoor
23 januari 2009, door rixke