Homepagina > Het Spoor > Buitenland > De Iraanse spoorwegen

De Iraanse spoorwegen

maandag 29 april 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

 De Belgen en de Transiraanse spoorweg

De Iraanse spoorwegen zijn nog betrekkelijk jong. Het was, inderdaad, slechts in 1886 dat een Belgisch ingenieur de allereerste vergunning bekwam voor het aanleggen van een 10 km lange spoorlijn tussen de hoofdstad Teheran en Rey. De ontwikkeling van het net verliep slechts heel langzaam, want in 1920 bestonden er nog maar enkele lijnen met verschillende spoorbreedte en was de enige verbinding die de hoofdstad aandeed nog steeds die welke door onze landgenoot aangelegd was.

De eerste belangrijke verwezenlijking was de Transiraanse spoorweglijn die de Kaspische Zee met de Perzische Golf verbindt en langs Teheran loopt. Zij kwam klaar in 1938 en was van groot nut voor het vervoer, tijdens de oorlog, van geallieerd legermaterieel naar Rusland.

Deze 2.213 km lange lijn werd door drie grote Belgische ondernemingen, benevens Duitse en Amerikaanse Maatschappijen, in samenwerking met de Iraniërs aangelegd. Haar verwezenlijking geschiedde onder het impuls van een vooruitstrevend man die grootse plannen koesterde voor de opbouw van zijn land, de grote keizer Rizâ Sjâh Pahlawi, de vader van de huidige vorst, die dank zij zijn doorzettingsvermogen de eerste moeilijkheden wist te overwinnen.

Het centraal station van Teheran.

Vertrekkend uit Bendar-Chah, doorloopt deze lijn de groene vlakten van Gorgan en Mazanderan, baant zich een weg door smalle valleien om vervolgens de strijd aan te binden met het Elboersgebergte, waar de ingenieurs gelegenheden te over hadden om hun durf te tonen en om hun baanbrekende technische opvattingen ten uitvoer te brengen. De lijn moet, inderdaad, eerst de 2.112 meter hoge bergtop van Firoezkoeh overwinnen, ontelbare tunnels en bergengten doorlopen, omheen het gebergte trekken, als het ware langs stoutmoedige viaducten over de bergstromen vliegen, vooraleer ze naar de hoofdstad kan afdalen, langs de valleien en de vlakten van Hable Roed en Veramin. In zuidelijke richting worden de vlakten opnieuw door bergketens onderbroken: de keten van Lauristan, de bergengten van Abediz, waar honderd kilometer tunnels en bruggen dienden aangelegd. De lijn doorloopt ten slotte de vlakte van Khoezesian tot aan het eindpunt: Bendar-Chahpour, aan de Perzische Golf, na een brug te hebben overschreden van 52 bogen en 1,060 m lengte, over de wateren van de Karoun.

De brug van Talezang.

De loten, die bij de openbare aanbesteding aan de Belgen werden toegewezen, lagen in de prachtige Ab-i-Sezar vallei.

Op een lijn die onderbroken werd door 224 tunnels, meer dan 470 bruggen, grote en kleine viaducten, omvatten twee van de aan de Belgen toegewezen loten, de bouw van 38 tunnels met een gezamenlijke lengte van 15 km, onafgezien de viaducten in metselwerk, waarvan sommige tot 130 m lang en 35 m hoog zijn.

 De andere lijnen.

De grote verbindingen vanuit Teheran naar het noordoosten en het noordwesten van het land werden slechts in 1958 voltooid.

Op dat ogenblik was het net 3.458 km lang en omvatte het 8.140 bruggen van diverse constructie, waarvan één 1,100 m lang is, en 259 tunnels met een gezamenlijke lengte van 103.437,59 m.

Een brug in de afdeling Noord.

Thans is de verlenging van Bad naar Isfahan in aanleg. Bovendien werd, in samenwerking met Turkije, een aanvang gemaakt met de werken voor de eerste rechtstreekse spoorverbinding tussen beide landen. Deze nieuwe lijn die binnen 4 tot 5 jaar zal voltooid zijn, zal aan zowat 3,000,000 personen de voordelen brengen van het spoorwegvervoer en zal deel uitmaken van een ononderbroken spoorverbinding tussen West-Europa, Pakistan en India. Zij zal de aanleg met zich brengen van 103 km spoor tussen Mus, het huidige oostelijke eindpunt van de Turkse Staatsspoorwegen (TCDD), en het Vanmeer en van 257 km spoor tussen dit meer en het huidige westelijke eindpunt van de Iraanse Staatsspoorwegen te Charaf Khaneh. De overtocht van het meer (91 km) zal door een ferryboot verzekerd worden.

 Rollend materieel.

De Iraanse spoorwegen beschikken over een park van 361 locomotieven (stoom en diesel), 441 rijtuigen en 6.167 goederenwagens.

Diesels geparkeerd te Teheran.

De modernisering van dit materieel begon in 1953 met de aankoop van 120 diesel-elektrische locomotieven, 975 goederenwagens en 284 rijtuigen, waarvan 63 met luchtverversing.

Locomotief van 1.425 pk, reeks 40-01 tot 137

Bron: Het Spoor, juni 1961