Homepagina > Het Spoor > Personeel > Antwerpen-Noord zien en... gepensioneerd worden!

Antwerpen-Noord zien en... gepensioneerd worden!

Joost.

maandag 10 september 2012, door rixke

Meer dan veertig jaar een visitekaartje van spoorman op zak hebben en pas op de drempel van je pensioen voor het eerst - en dan nog maar heel eventjes - de hartslag van een groot vormingsstation voelen kloppen... het moet je maar overkomen!

Op zich zelf natuurlijk een banaal toeval, dat de beste NMBS-er kan gebeuren, zonder dat hij er daarom wakker van ligt, noch enige behoefte voelt om er verder over te praten, laat staan erover te schrijven.

Waarom ik dan zo nodig... ? Ach, als er beroepshalve van je verwacht wordt dat je ook uit je eigen vaatje tapt, kun je er met goed fatsoen niet buiten, af en toe ook eens in de pen te klimmen. En dat gaat wel een stuk vlotter als het onderwerpje om een of andere reden beroert. Althans bij mij, want vóór ik het goed besef, loop ik met een paar kopjes in mijn hoofd.

Overigens zonder een titel zou mijn muze sprakeloos blijven. Wat niet het geval schijnt bij gevestigde auteurs. Die zouden eerst hun stukje, hun verhaal, hun roman schrijven en pas daarna een titel bedenken of laten bedenken. Tja! adeldom legt verplichtingen op...

Hoe dan ook, ik bedenk dus eerst mijn titel, wat ik natuurlijk niet zonder enig overleg doe maar wat daarom niet wil zeggen dat ik mijn uil voor een valk neem. Heus, ik ben echt niet zo’n zelfingenomen typetje dat zich beroest aan zijn eigen brouwsel. [1]

Ik zal het je dan ook niet kwalijk nemen, beste lezer, als jij mijn titel niks vindt. Wie aan de weg timmert, moet tegen veel bekijks kunnen. “Antwerpen-Noord zien ...en gepensioneerd worden” is inderdaad een wat al te goedkope parafrazering van een bekende uitspraak. Bovendien mist zij de woordspeling die vooral de Franse versie van “Napels zien en sterven” zo mondgemeen maakte. Aanvankelijk had ik een andere titel bedacht, op die winderige namiddag in januari toen ik met het diensttreintje naar Antwerpen-Centraal terugkeerde. “Reizen om te leren” leek me vanzelfsprekend terwijl ik door het raam van het knusse treintje tuurde... en de vragen en indrukken liet bezinken die me, meer nog dan de ijzige wind, hadden bekoeld. Alles wel beschouwd vond ik uiteindelijk dat een slogan, die te pas en te onpas voor toeristische karretjes wordt gespannen, als titel evenwel nog goedkoper was.

Natuurlijk heb ik in Antwerpen-Noord wat geleerd, al was het maar dat de echte spoorman niet op een krukje zit. Toch zijn er ook en vooral vragen gebleven die achteraf, in het licht van de nakende tijdeloosheid waarin oog en hart wegdromen, een speciale dimensie kregen. Maar dat is een andere koek, beste lezer. Overigens ga jij zeker het bijgaand artikel over Antwerpen-Noord gelezen, waarin ’s lands grootste vormingsstation vakkundig doorgelicht wordt. Mochten er desondanks nog vragen bij jou rijzen, dan ga je er wellicht best zelfs eens naartoe, als dat tenminste kan of mag. Maar wacht dan niet, zoals ik, tot je met pensioen gaat...


Bron: Het Spoor, mei 1984


[1Akkoord, beste vriend van Dale, in het Algemeen Nederlands moet men zich bedrinken of zich een roes drinken. Helaas, ik heb in mijn redactionele leven zo vaak uit onwetendheid tegen jou gezondigd, dat mijn reputatie nog nauwelijks kan lijden onder dit voor een keer bewust gebruikte germanisme, waaraan ik alleen maar vanwege enige schroom de voorkeur geef.