Homepagina > Het Spoor > Personeel > Een decoratie?

Een decoratie?

F.V.R.

dinsdag 6 december 2022, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Op het stuk van decoraties onderscheidt men twee soorten van Belgen, zij die in stilte zeggen: „Hoe meer hoe liever” en zij die hardop denken: „Wat kan ik met zo’n prullen aanvangen?”.

Het zijn deze laatsten welke de betrokken diensten van de Ministeries heel wat zorgen berokkenen, op de eerste plaats, omdat ze zo talrijk zijn, op de tweede plaats, omdat, indien het hun blijkbaar weinig schelen kan eerder door te gaan voor een nare vent dan voor een dienaar van het vaderland, van de maatschappij of van de evenmens, zij het strikje op de „vervaldag” willen hebben, en liever nog op de vooravond dan ’s anderendaags... En o wee indien men hun niet heeft meegedeeld dat er iets in ’t zicht is en komen gaat!

Dit alles geldt natuurlijk niet voor de spoormannen, waarvan iedereen weet dat zij in alle opzichten toonbeelden zijn en dat zij voor hun menigvuldige hoedanigheden die gracieuse bescheidenheid bezitten welke geenszins het daglicht schuwt. Opdat niemand zou vergeten worden en iedereen zelf zou kunnen waken over wat hem toekomt, geven wij hierna enkele bijzonderheden (niet allemaal) over de officiële blijken van dankbaarheid die zij, door bemiddeling van de Maatschappij, kunnen verwerven.

 Titel en ster van „kadet van de arbeid”

Deze onderscheidingen worden door de Staat verleend aan de jongelui die zich, in hun werkmilieu, onderscheiden door hun buitengewone hoedanigheden van moed, initiatief en ijver, door hun verantwoordelijkheidszin, hun volmakingsdrang en hun edelmoedigheid bij het werk.

De „jeugd”, die hier bedoeld wordt, omvat, bij de spoorweg, degenen die, op 1 januari van het beschouwde jaar, nog niet de leeftijd bereikt hebben van 30 jaar voor de ambtenaren, 28 jaar voor de beambten en de toezichtsbedienden en 24 jaar voor de werklieden.

Er bestaan vier sterren:

  • De gouden ster voor de ambtenaren die hoger onderwijs genoten;
  • De vergulde ster voor de ambtenaren drager van een diploma A1;
  • De zilveren ster voor de beambten die ten minste de betiteling van opsteller of gelijkgestelde bezitten, de toezichtsbedienden, de werklieden drager van een diploma A2;
  • De bronzen ster voor de beambten beneden de graad van opsteller of gelijkgestelde, de werklieden drager van een diploma A3 of van een gelijksoortig diploma.
Ster van kadet van de arbeid.

De titel en de ster van „kadet van de arbeid” worden verleend bij Koninklijk Besluit. Het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid licht de jongelui in en overhandigt het ereteken tijdens een plechtigheid die het Instituut in samenwerking met de Maatschappij organiseert.

Boze tongen beweren dat het er op die plechtigheden zeer gezellig toegaat. Afgunst is nooit een mooie deugd geweest of... menen die mensen dat er nog niet genoeg saaie plechtigheden zijn waarop men zich deftig kan vervelen?

 Burgerlijk ereteken voor daden van moed, zelfopoffering en menslievendheid

Iedereen, zelfs de kleine tijdelijke berichtenbesteller van vijftien jaar, voor zover hij een dergelijke daad stelt, kan een medaille 3e, 2e of 1e klas bekomen, of nog, wanneer het bijzonder verdienstelijke daden betreft, een kruis 2e of 1e klas. Worden gedecoreerd, de heldhaftige daden, gebeurd binnen de aanhorigheden van de spoorweg en waarbij de dader zichzelf vrijwillig aan een ernstig en dreigend gevaar heeft blootgesteld.

Kruisen 1e en 2e klas, medailles 1e, 2e en 3e klas van het burgerlijk ereteken voor daden van moed, zelfopoffering en menslievendheid.

De burgerlijke kruisen en de medailles 1e klas voor daden van moed en zelfopoffering worden elk jaar, op 21 juli, uitgereikt in het Paleis der Academiën te Brussel, in aanwezigheid van de Koninklijke Familie. De medailles 2e en 3e klas worden door de gemeentebesturen aan de belanghebbenden overhandigd.

De Maatschappij wil niet ten achteren blijven. De namen van haar bedienden die zich onderscheidden door hun heldhaftig gedrag, komen voor op de „erelijst” die de Directie P.S. om de zes maanden publiceert. Bovendien is er meer dan één spoorman aan wie M. de Directeur-Generaal een gouden armbandhorloge heeft overhandigd. Maar dit moet onder ons blijven...

Iedereen weet dat, wanneer het daden betreft van minder belang waarvoor geen ereteken wordt verleend, de Maatschappij een geldelijke beloning kan toestaan.

 Ereteken van de Carnegie stichting

Andrew Carnegie (en arme Schot, met zijn ouders uitgeweken naar Amerika, leerjongen in een spinnerij, telegrambesteller, spoorman... staalkoning, overleden in 1919 op de leeftijd van 84 jaar) is de stichter van het Carnegie Hero Fund. In 1911 breidde hij de weldaden van zijn stichting uit tot België. In zijn brief aan onze toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken stipte hij speciaal aan dat de spoormannen „zich doen opmerken door hun heldhaftigheid”.

De Stichting verleent een gouden, zilveren of bronzen medaille met een diploma of een diploma alleen. De interesten van het fonds zijn bestemd om materiële steun te verlenen aan de helden die zich kwetsten terwijl zij een mens wilden redden. Ingeval de redder bij zijn edelmoedige daad de dood vond, kan de Stichting tussenbeide komen om de weduwe en de wezen te helpen.

Medaille van het Carnegie Hero Fund.

De medailles en de diploma’s van het Carnegie Hero Fund worden tijdens een plechtige zitting uitgereikt in het Congressenpaleis te Brussel.

 Burgerlijk ereteken voor dienstancienniteit

Dit is de decoratie waarvan de echtgenote, met een trilling van trotse aandoening in de stem, zegt dat het een certificaat is van gevorderde leeftijd, maar zij weet natuurlijk beter.

Zij wordt verleend (de decoratie, wel te verstaan) in vier verschillende vormen: het kruis 1e en het kruis 2e klas, de medaille 1e en de medaille 2e klas. Spelen een rol: de jaren trouwe dienst en de administratieve betiteling.

Kruisen 1e en 2e klas, medailles 1e, 2e en 3e klas van het burgerlijk ereteken voor dienstancienniteit.

Bij gebrek aan plaats (gelukkig maar!) kunnen wij hier niet alle mogelijke gevallen opsommen. Het is echter nuttig te weten dat alleman zo’n decoratie mag verhopen. Alle diensten bewezen vanaf zestien jaar bij een openbaar bestuur komen in aanmerking: tijdelijke diensten bij de N.M.B.S.; burgerlijke diensten bij de Staat, bij de gemeente- en provinciale besturen, zelfs de diensten bewezen voor rekening van particuliere ondernemingen die achteraf door de Staat werden overgenomen.

De perioden doorgebracht in de wachtafdeling om gezondheidsredenen, de perioden van verlof toegestaan om een door de Regering of door de Maatschappij gegeven opdracht te vervullen, de perioden van verlof bekomen om een betrekking te bekleden in de vroegere Belgische Kongo voor rekening van de Staat of van een organisme dat diensten van openbaar nut exploiteerde en sommige militaire diensten tellen eveneens mee.

M. Boeken, hoofdinspecteur, adjunct van M. de Directeur P.S., verleent aan een onzer collega’s de ster van kadet van de arbeid.

Nu is er wel niemand trotser op een lintje dan degene die het niet verdiende, want dat lintje is een bewijs van goede diensten. Laten we sommige misverstanden uit de wereld helpen door hier te zeggen dat de perioden tijdens welke men „slecht” aangeschreven stond, alsmede de perioden van schorsing wegens tuchtmaatregel doodgewoon afgetrokken worden. Hetzelfde gebeurt met het verlof zonder wedde op lange termijn om persoonlijke redenen.

De in aanmerking genomen administratieve betiteling is die welke de bediende heeft op het ogenblik dat hij 25 of 35 jaar anciënniteit kan doen gelden. Wanneer het echter een wegens invaliditeit gedeklasseerde bediende betreft, telt de betiteling die hij had voor zijn deklassering.

Voor elke wonde is er steeds een pleister. Zo bestaan er „uitboetingstermijnen” die voorzien werden voor degenen die zich beteren. In plaats van iemand en ereteken te weigeren om een of andere pekelzonde, bedreven gedurende de vlegeljaren of tijdens een periode dat thuis de schoorsteen rookte, geeft men hem de gelegenheid om zich te beteren en stelt men het verlenen van het ereteken uit voor een bepaalde termijn (van twee tot tien jaar, naargelang van de ernst van de bedreven zonde).

Meer nog, alles kan vergeven en de uitboetings-termijn als nietig beschouwd worden. Indien de tijd verlopen sedert de oplegging van de straf tweemaal zo lang is als de tijd voorzien voor de uitboeting, indien de feiten niet te erg waren (voor feiten die afbreuk doen aan de eer en de eerlijkheid bestaat er geen genade), indien het gedrag sinds de straf voorbeeldig was, stopt de Minister het feit gewillig in de doofpot... en de decoratie komt op tijd.

 Onderscheiding in de nationale orden

„Nog een certificaat van hoge ouderdom?”, vragen de echtgenoten. Ditmaal vergist gij u beslist dames: sommigen kunnen zo’n onderscheiding al krijgen als ze nog maar 42 jaar oud zijn. Alleen „teenagers” hebben het overigens twijfelachtige recht erover te discussiëren of dit een jeugdige of een gevorderde leeftijd is.

Wat hier telt is niet meer de totale dienstancienniteit, doch de leeftijd en de groep van administratieve betitelingen waartoe men behoort. In sommige groepen moet men gedurende twee jaar zijn functie hebben uitgeoefend; in andere moet men dertig jaar dienst hebben. Men moet steeds als een goed bediende aangeschreven staan.

Kruis van officier in de Leopoldsorde, in de Kroonorde en in de orde van Leopold II.

Ook hier valt het moeilijk al de toekenningsvoorwaarden op te sommen, maar daar we nu toch al zó ver zijn, willen we er wel aan toevoegen dat drie nationale orden kunnen toegekend worden aan de spoormannen als dusdanig: de orde van Leopold II, de Kroonorde en, de hoogste, de Leopoldsorde.

In elke orde zijn er graden: b.v. zilveren medaille, gouden medaille, zilveren palmen, gouden palmen, ridder, officier, commandeur, grootofficier... Wie een graad heeft in een orde, krijgt geen lagere graad in een andere orde, of geen gelijke graad in een lagere orde. De graad van officier in een orde is hoger dan die van ridder in een andere orde.

Kruis van ridder in de Leopoldsorde, de Kroonorde en de orde van Leopold II.

Zo komt men, bij wijze van voorbeeld, tot volgende onderscheidingen:

  • Die van groep 5 (technisch inspecteur, inspecteur der beweging, afdelingssecretaris en gelijkgestelde worden benoemd tot ridder in de Leopoldsorde (leeftijd van 42 tot 52 jaar), officier in de orde van Leopold II (leeftijd van 52 tot 62 jaar), officier der Kroonorde (leeftijd van 62 tot 65 jaar);
  • Die van groep 6 (ingenieur, inspecteur, bureau-chef en gelijkgestelde) worden ridder in de Kroonorde (leeftijd van 52 tot 62 jaar), ridder der Leopoldsorde (leeftijd van 62 tot 65 jaar);
  • Die van de groepen 7 tot 11 worden slechts gedecoreerd als ze 62 jaar geworden zijn (in deze gevallen zal Moeder de vrouw dan toch gelijk hebben): gouden medaille der Kroonorde voor de werksters en de werklieden der laagste graden; zilveren palmen der Kroonorde voor sommige categorieën van werklieden en de laagste Categorieën van ambachtsbazen; gouden palmen der Kroonorde voor de overige werklieden en voor de bedienden beneden de graad van opsteller; ridder der orde van Leopold II voor de opstellers, de geselecteerde opstellers, de meester-gasten 2e categorie, de verpleegsters, enz.; ridder-der Kroonorde voor de sectiechefs, de onder-bureauchefs, de meestergasten 1e categorie, enz.;
  • Die van de groepen 4 tot 1 (hogere rangen) kunnen respectievelijk op 42 jaar worden: officier der orde van Leopold II, officier der Kroonorde, officier der Leopoldsorde en commandeur der orde van Leopold II. Zij krijgen natuurlijk een hogere rang op 52 en 62 jarige leeftijd, op voorwaarde dat zij twee jaar functie tellen in de graad.

Wie het niet verstaat, moet nu zijn vinger opsteken, want er zijn nog andere verwikkelingen.

Tussen het verlenen van twee titels in de nationale orden ten gunste van een zelfde bediende, moeten er ten minste 5 jaar verlopen. Bovendien mag niemand meer dan een titel ontvangen van 42 tot 52, van 52 tot 62 en van 62 tot 65 jaar.

De in aanmerking te nemen dienstjaren, de voorschriften betreffende de uitboetingstermijnen zijn ongeveer dezelfde als die welke hierboven samengevat zijn inzake de burgerlijke eretekens voor dienstancienniteit.

Er zijn evenwel verschillen:

  • Voor een nationale orde is de te beschouwen graad altijd die welke de bediende heeft op het ogenblik dat hij in aanmerking komt;
  • Wie minder dan „goed” staat aangeschreven, mag maar voorgesteld worden wanneer hij opnieuw ten minste „goed” bekomt;
  • De reserveofficieren mogen kiezen tussen het administratief reglement en het militair reglement, hun keus is bindend zolang ze in het reservekader van het leger zijn ingeschreven.

De uitreiking van de burgerlijke eretekens voor dienstancienniteit en van die der nationale orden geschiedt door de bevoegde overheden van de Maatschappij en liefst met zoveel luister mogelijk!

 Ereteken 1ste klas aan de slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen

Hoe minder er zijn, hoe beter het is. Wat zou men allemaal niet willen uitgeven om nooit aan dit ereteken te moeten denken?

Tijdens een plechtigheid, georganiseerd in het Congressenpaleis, onderhouden de Koning en de Koningin zich met Mw. Salmon, van Lodelinsart, wier echtgenoot, een locomotiefstoker, op 47 jarige leeftijd, ten gevolge van een werkongeval om het leven kwam.

De uitreiking van een postuum ereteken aan de naastbestaanden van het slachtoffer geschiedt door de zorgen van het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling, op voorstel van de Maatschappij.

 Wat moet gij doen?

De lezer zal zich afvragen: „Wat moet ik doen om een ereteken te krijgen als ik het verdiend heb?” Niets, dat komt allemaal vanzelf, ten minste indien „men” zich niet vergist of „het” niet vergeet! Hij moet vooral niet denken dat het van zijn huid- of haarkleur afhangt. Dat is allemaal zonder belang. En of hij nu vijfendertig jaar met nacht- en zondagdienst of vijfendertig jaar zonder nacht- en zondagdienst gewerkt heeft, iedereen is hier gelijk voor de wet, daarvan moogt ge overtuigd zijn.

Nog een laatste woordje.

Een Balloniër (inboorling van Ballonië, een verland) die een paar glazen boven zijn maat was geraakt, stond in een druk beklant café te midden van een groep bewonderaars die luisterden naar zijn fameuze avonturen in vreemde landen. Toen onze Balloniër even rondgluurde om nieuwe inspiratie in te ademen, viel zijn oog op iemand die braafjes achter een pint zat.

"He gij daar, met al uw decoraties, riep hij. Hoe hebt gij al die titels verdiend?

– Door geen Balloniër te zijn", antwoordde de gedecoreerde doodgewoon.

Het was een Belg!


Bron: Het Spoor, februari 1963