Homepagina > Het Spoor > Buitenland > Reisindrukken uit India

Reisindrukken uit India

F. B.

maandag 29 april 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Lang voor mijn vertrek, had ik, om mijn reis wat voor te bereiden, een menigte toeristische boeken en brochures geraadpleegd. Zo was ik tot het besluit gekomen dat India een zeer mooi land is, rijk aan beloften, maar tevens zeer ingewikkeld.

Mausoleum van Safdar Jung.

Ingewikkeldheid van vervoermiddelen. De afstanden zijn enorm: New Delhi - Calcutta is maar eventjes 1.450 km, Calcutta - Bombay is 1.670 km. Ingewikkeldheid van godsdiensten: Hindoeïsme, Boeddhisme, Jaïnisme, Sikhisme, Islam, Christendom, Zoroastrisme, Judaïsme, enz. Ingewikkeldheid van talen, te wijten aan de diepgaande etnische onderverdelingen: Ariërs in het noorden, Dravida’s in het zuiden. Men spreekt er Bengali en Punjabî, de taal van Bangalore, van Haiderabad, enz. De regering tracht een gemeenschappelijke taal in te voeren: het Hindi, maar om onder elkaar en met de buitenlanders te kunnen praten, gebruiken de Indiërs het Engels.

Na ik terug in België ben, bewaar ik de herinneringen aan mooie tempels, aan grootse landschappen, aan een moedig volk, aan een industrie in volle ontwikkeling, aan een klimaat dat mij beter bevalt dan de grijze hemel en de regens van België (34 graden in de schaduw te Bombay), aan de uiterste gastvrijheid van zijn bewoners. De publiciteit van Air-India stelt een kleine, getulbande Indiër voor die u hartelijk groet. In India geniet de bezoeker grote achting. Men is er een en al aandacht om hem te bevredigen; hij brengt zegeningen over degenen die hem ontvangen. De Indiër wil niet dat men hem bedankt voor zijn bewezen diensten: het was zijn “plicht” u genoegen te doen. Dat is India.

Maar, laten wij liever aanvangen met het begin.

 Brussel - New Delhi

De afstand is ongeveer 8.000 km. Vertrek te Melsbroek te 12 h 20 voor Genève, per “Convair” van de Sabena. Wij komen aan te 14 h 25. Luchtreis op 3.500 m hoogte over Troyes en Dijon. De zichtbaarheid is slecht. Lunch in het vliegtuig. Bij het naderen van Genève kunnen wij het meer niet ontwaren, maar het massief van de Mont Blanc steekt boven de wolken uit, in al zijn met zon overgoten glorie. Heerlijk schouwspel. De riem toehalen, de sigaret uitdoven: wij dalen. Wandeling, al wachtend op de aansluiting.

Te 19 h 55, vertrek per “Super-Constellation” van Air-India, die ons naar New Delhi zal brengen. Toestel van 35 m lengte, uitgerust met 4 motoren die een totaal vermogen van 13.000 pk kunnen ontwikkelen; er is plaats voor 40 personen in toeristenklasse en voor 19 in eerste klasse.

Wij vliegen tussen 6.500 en 7.000 m hoogte. Het is nacht. Van al wat op aarde leeft kunnen wij niets bespeuren. Maar de lichten, die op de uiteinden van het toestel pinken, en de vlammen, die uit de uitlaatbuizen van de motoren schieten, herinneren er ons aan dat dit geen droombeeld is.

Keurig eetmaal, overgoten met aangename dranken, en dan ons gereedmaken voor de nachtrust. Te 2 h boort het vliegtuig door een hevig onweder en de reizigers worden dooreengeschud als sla in een korf. De lucht klaart snel op en wij herkennen het eiland Cyprus, dat volledig verlicht is.

Landing te Beijrouth te 4 h. Verplicht uitstappen ondanks het vroege rnorgenuur! Een tas koffie in de luchthaven, opnieuw instappen en opstijgen te 4 h 45 voor Delhi. Ontbijt te 5 h 30. Te 6 h 15 laat de boordcommandant ons weten dat wij naar 1 7.000 voet stijgen (5.500 m) en dat het te New Delhi 9 h 45 is.

Wij maken de zonsopgang mee. Een grootse aanblik, in “technicolor” op groot panoramisch scherm! Landschap op aarde: de woestijn, vuile okerkleur.

Ik heb mijn polshorloge een uur vooruitgezet om het eens te zijn met de wettelijke tijd van Beijrouth. Te 9 h 35 brengt de hostesse mij een groot glas aperitief, zij ziet mijn verwarring en verklaart mij - met een glimlach - dat het middag is te Delhi. Er valt dus niet te twisten!

Wij overvliegen Bahrein: petroleumpijpleidingen, een zee van turkoois, nietig kleine tankschepen... Te 16 h zweven wij boven Karatsji. Landing te Delhi om 18 h 25 (plaatselijke tijd). Het is volledig duister. Blitzlichten van fotografen. De vedetten, dat zijn wij! Enkele ambtenaren van de Indian Railways en een lange Sikh, streng en met een baard, een witte tulband op het hoofd, verwelkomen ons als “belangrijke personen”. Politie- en douaneformaliteiten worden vereenvoudigd: men is alleen bekommerd om het aantal fototoestellen en schrijfmachines die ik m mijn bagage meevoer. Maar, alvorens men mij uit het vliegtuig laat stappen, moet ik een formulier invullen dat doorspekt is met onbescheiden vragen (plaatsen waar ik mijn laatste negen nachten heb doorgebracht!) en heeft men mij ook met D.D.T.-poeder bestrooid. Het vertrouwen is troef!

Hotel, en rust.

Ik zal morgen wel opstaan.

’s Anderendaags ’s morgens wordt ik te zeven uur stipt wakker, daar mijn kamer schitterend verlicht en... verwarmd wordt door een reuzegrote zon die schittert aan de blauwe hemel.

 New Delhi

Jacques Bainville heeft eens geschreven: “Land waar gij gaat, gewoonten die gij vindt. Eet zwaluwnesten in China, en vraag naar geen lichtgebakken biefstuk te Palermo.” Ik maak mij zorgen over mijn ontbijt. Bij nader onderzoek lijkt het me Engels: fruitsap, porridge, eieren met spek, thee en geroosterd brood, vruchten.

Vertrek naar het bureau: werktafel, papieren, telefoon, ventilators met lange schroefbladen die de warme lucht verplaatsen. Maar, laat ik u niet lastig vallen met de beschrijving van de voorbereidende werken voor een vergadering van de Internationale Vereniging van het Congres der Spoorwegen.

Laten wij liever een bezoek brengen aan Delhi. Twee steden: de ene oud, de andere modern. Hoofdstad van Indië sedert 1192, onderworpen aan de dynasties van de Khilji, de Lodi, de Moghuls en aan de... Engelsen. Zij hebben er allen hun stempel op gedrukt. Oude stad: grote Moskee, Rood Fort, handeldrijvende smalle straatjes, een krioelende menigte. Nieuwe stad: brede lanen, afgezoomd met groene bomen en hagen, waarachter zich comfortabele woningen verschuilen, Parlement, ministeries in roze zandsteen, mausoleum van Mahatma Gandhi.

De conferentie te New Delhi

Op uitnodiging van de Indian Eailways, hebben de leden van de Bestendige Commissie der Internationale Vereniging van het Congres der Spoorwegen (I.V.C.S.) in december 1959 te New Delhi vergaderd om er de problemen te bespreken die ontstaan in verband met het ontwerpen van motorvoertuigen voor verschillende stroom.

De documenten ingezonden als antwoord op een vragenlijst, die door de I.V.C.S. aan de administraties van een vijftigtal landen uit de ganse wereld gericht werd, hebben het opstellen van twee belangrijke verslagen mogelijk gemaakt. Behalve de uiterst belangrijke inlichtingen betreffende de technieken die reeds toegepast worden in de motorvoertuigen voor verschillende stroom, komen er algemene gedachten in voor die verband houden met hun toekomstige ontwikkeling.

Handelen over motorvoertuigen voor verschillende stroom, betekent vooreerst het ter sprake brengen van de systemen die algemeen toegepast worden in de elektrische tractie (gelijkstroom 1.500 en 3.000 V, wisselstroom 15.000 en 25.000 V); het betekent ook het aansnijden van problemen die oprijzen daar waar de twee systemen elkaar ontmoeten.

Indien de Indian Railways de I.V.C.S. uitgenodigd hebben om een vergadering in India te beleggen, dan gebeurde dit omdat zij erop gesteld zijn contacten aan te knopen met buitenlandse technici en ook omdat zij in hun land drie systemen van elektrische tractie toepassen. De te bespreken onderwerpen waren voor hen dus van allereerste belang.

De Belgische delegatie [1] heeft in India een dubbele zending volbracht:

  • Zij bracht haar ondervinding en haar hulp aan voor de organisatie van de verschillende zittingen;
  • Zij zat de vergaderingen voor en verzekerde het secretariaat ervan.



Technische informatiebezoeken stelden de delegatie bovendien in de mogelijkheid de oplossingen te bestuderen, die door de Indian Railways op de verschillende gebieden toegepast worden.

Zijn belofte getrouw, heeft M. Baeyens, technisch secretaris van de I.V.C.S., ons het relaas van zijn reis gestuurd. Wij danken hem hiervoor hartelijk en wij hopen dat deze trouwe medewerker van ons tijdschrift nog aan ons zat denken, ditmaal van uit Utrecht, en ons weldra zal spreken over het Bureau voor Onderzoekingen en Proefnemingen (O.R.E.) waarvan hij zo past tot Directeur werd aangesteld.

Verrukkelijke, landelijke omgeving, rijk aan historische herinneringen: mausoleums van Humayun, van Safdar Jung en van Lodi, weerkundig instituut Jantar Mantar, de torens van Qutb Minar.

En welke ook de afmetingen zijn van de te doorlopen verkeersaders: voetgangers die over de weg slenteren, talloze onhandige wielrijders, auto’s die zich al toeterend een weg banen, en onverschillige koeien die plots de stroom van het verkeer stopzetten. De afstanden zijn steeds enorm, maar een reis in een taxi is een waagstuk en een avontuur: bij het naderen van een kruispunt sluit ik de ogen want mijn chauffeur waant zich een... Fangio!


(Foto’s van de schrijver.)

Bron: Het Spoor, maart 1960


[1Zie “Het Spoor” nr 40 van december 1959.