Homepagina > Het Spoor > Infrastructuur > De elektrificatie van het baanvak Charleroi - Erquelinnes

De elektrificatie van het baanvak Charleroi - Erquelinnes

O. Debaize, hoofdingenieur.

maandag 29 november 2010, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Op het Belgische gedeelte van de internationale lijn Paris - Liège - Köln, waarvan de elektrificatie in uitvoering is, werd, na het baanvak Charleroi-Namur (37 km), thans ook dat van Charleroi - Erquelinnes (30 km) onder spanning gebracht.

 Voor een betere organisatie en betere diensten.

Zoals bij elke andere elektrificatie, kwam het er op aan de spoorinstallaties in de stations te vereenvoudigen en te moderniseren ten einde de exploitatie ervan te kunnen rationaliseren. Op verschillende plaatsen werden er, bovendien, rechtstreekse uitwijksporen aangelegd om het inhalen van lange goederentreinen door snellere reizigerstreinen te vergemakkelijken. Om de investeringen zoveel mogelijk te laten renderen was het wenselijk die onontbeerlijke aanpassingswerken uit te voeren.

De installaties van de belangrijkste stations werden gemoderniseerd: Erquelinnes, Lobbes, Marchienne-Zone, La Sambre, terwijl ook de naburige stations Charleroi-Sud, Mont-sur-Marchienne en Montignies-le-Tilleul de terugslag van die werken ondervonden. De stations Landelies, Thuin-Nord, Fontaine-Valmont en Solre-sur-Sambre werden vereenvoudigd, wat een vermindering van de vertakkingen in de hoofdsporen met zich bracht. Die vermindering vergemakkelijkte, op haar beurt, de uitrusting der sporen met automatische blokken en bezorgde de reizigers eveneens meer comfort, gezien de spoortoestellen steeds een onderbreking van het loopvlak betekenen.

Daar de elektrische tractie het mogelijk maakt snellere treinen te vormen, diende het snelheidsregime op de lijn te worden herzien, en werd het nogal bochtige tracé verbeterd door de verhoging van de straal van vijf bochten ; het verplaatsen van de sporen dat hiermee gepaard ging, vereiste vanzelfsprekend onteigeningen, grondwerken en het aanleggen van nieuwe ballastbedden. Dank zij die minder scherpe bochten, kon de snelheid worden gebracht op 100 km/u bij vertrek uit Charleroi tot aan de inrit van Thuin-Nord, vervolgens op 90 km/u tot aan de uitrit van Lobbes (over ongeveer 3 km), ten slotte op 120 km/u tot aan de grens. De winst per ritduur zal 5 minuten belopen voor de internationale treinen, en 17 tot 26 minuten voor de stoptreinen (rekening houdend met de grotere versnellingen van het elektrisch materieel).

Tractie-onderstation van Lobbes.

Buiten de aanpassing der stations, heeft de noodzakelijkheid om langere treinen te vormen eveneens het aanleggen gevergd van een rechtstreeks uitwijkspoor met grote afmetingen (800 m) aan de uitrit van Lobbes, waaraan andermaal onteigeningen, grondwerken en spoorwerken te pas kwamen.

 Voor meer comfort.

Het verminderen van het aantal spoortoestellen is niet de enige verbetering die de reizigers meer comfort zal bezorgen. Dank zij de vervanging, tussen Lobbes en Erquelinnes, van spoorstaven van 27 m door lange rails met een maximale lengte van 986 m, werd het aantal voegen aanzienlijk verminderd, wat het rollen, dat veel zachter en geruislozer wordt, ten goede komt.

 Voor de aanpassing aan het „elektrische” vrije ruimteprofiel.

Daar het vrije ruimteprofiel der kunstwerken in geval van elektrificatie praktisch altijd ontoereikend is, was men verplicht de overbruggingen te verhogen of te transformeren- De verhoging van de vrije hoogte werd bekomen door :

  • De verlaging van het ballastbed der sporen in drie gevallen waar de plaatselijke omstandigheden gunstig waren;
  • De verhoging der brugdekken van twee bruggen en van drie loopbruggen;
  • De vervanging der gewelven van twee kunstwerken door vlakke brugdekken.

Het aanpassen aan het profiel van vrije ruimte van de tunnel van Leernes, die geen vloer had omdat hij in een rotsachtige streek werd gebouwd, geschiedde door de verlaging, met ongeveer 65 cm, van het ballastbed van het spoor. Het rotsachtige ballastbed werd met springladingen vernield.

Aanpassing van een kunstwerk aan het elektrische vrijt ruimteprofiel; vervanging van het gewelf door een vlak brugdek (tussen Fontaine-Valmont en Labuissière).

De dekken van de brug over de Samber, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een der ingangen van die tunnel, dienden te worden verlaagd.

Afschaffing yen een overweg ingevolge het bouwen van een bovenovergang.

Tenslotte werden er drie afdaken voor reizigers en drie stationluifels gesloopt of ingekort om rekening te houden met het elektrische vrije ruimteprofiel.

 Voor meer veiligheid.

Indien de treinen die de lijn berijden, sneller en geluidlozer zullen zijn, dan mogen ze daarom toch geen groter gevaar betekenen voor het personeel dat zich langs de sporen verplaatst of voor het publiek dat de overwegen moet oversteken. De gaanpaden werden dan ook verbeterd en de loopbruggen van sommige onderdoorgangen verbreed. Het aantal openbare overwegen, daarentegen, zal worden verminderd, wat trouwens ten volle beantwoordt aan de politiek tot afschaffing van de overwegen, die door de N.M.B.S. met de steun van het Ministerie van Verkeerswezen wordt gevoerd.

Tussen Charleroi en Erquelinnes werd de lijn op eenentwintig plaatsen gekruist door min of meer belangrijke wegen. Dertien overwegen konden worden afgeschaft dank zij het aanleggen van nieuwe omleidingswegen: hiervoor moesten eveneens vier publieke spooronderdoorgangen en twee overbruggingen worden gebouwd. Een van die afschaffingen gaf overigens aanleiding tot belangrijke werken: O.W. 126 te Marchienne-Zone werd vervangen door een spooronderdoorgang voor voetgangers en door de omleiding van het wegverkeer naar een nabijgelegen kleine onderdoorgang waarvan de breedte en de vrije hoogte werden uitgebreid. Als gevolg daarvan moesten de beide sporen met maximum 2,20 m worden verhoogd, de opritten die aldus van weerszijden ontstonden, hebben een totale lengte van 1,100 m. Om dat verhogen uit te voeren, werden de beide sporen van dat baanvak achtereenvolgens buiten dienst gesteld. Een brug met vijf overspanningen over de rivier Eau d’Heure, gelegen in de zone van de werken, werd 1,60 m verhoogd en twee overbodig geworden onderdoorgangen werden gedempt.

Drie minder belangrijke overwegen werden voorzien van automatische halve sluitbomen en drie andere kregen automatische verkeerslichten.

Het bouwen van vier spooronderdoorgangen voor reizigers en het behoorlijk inrichten van de toegangen tot de sporen, zal het mogelijk maken, in de stations verscheidene spoorovergangen voor reizigers af te schaffen. Zo werden er te La Villette toegangstrappen naar een centraal perron gebouwd en werden te Hourpes de perrons afgeleid naar een onderdoorgang waardoor de sporen kunnen worden bereikt zonder ze te moeten oversteken.

 Nieuwe gebouwen.

In vijf stationsgebouwen werden er verbouwingswerken uitgevoerd, voornamelijk te Erquelinnes, waar het groeperen van de controlediensten van de douane aanleiding gaf tot een volledige herinrichting van de lokalen.

In dat station werd een nieuw seinhuis gebouwd ter vervanging van twee oude seinhuizen terwijl te Lobbes een nieuw tractie-onderstation verrees waar de stroom, afkomstig uit de centrales van Momignies en Monceau-sur-Sambre, wordt omgevormd om onze bovenleidingen te voeden.

De perrons van alle stations werden aan de nieuwe toestand van de lijn aangepast en zullen een nieuwe bedekking ontvangen.

Er zijn veertien schuilplaatsen voor reizigers in aanbouw die heel wat comfortabeler zullen zijn.

Het hoeft geen betoog dat al die werken niet konden wordtin uitgevoerd zonder de normale loop der treinen te hinderen.

De verlaging van het ballastbed in de tunnel van Leernes en de verhoging der sporen met het oog op de afschaffing van de O.W. van Marchienne-Zone maakten doorlopende diensten op enkel spoor noodzakelijk, de ene gedurende 13 maanden, de andere gedurende 9 maanden. Tijdens de veranderingen aan het tracé der sporen en de bouw van kunstwerken onder de in dienst zijnde sporen die al die tijd op voorlopige bruggen rustten, werd de loop der treinen vertraagd.

Doorgang onder de sporen te Erquelinnes (Village).

Gelet op de geringe lengte van het baanvak van die druk bereden lijn, alsmede op het groot aantal uit te voeren transformaties, moesten de werken gespreid worden ten einde de storingen in de diensten van de exploitatie tot een minimum te herleiden, wat meteen aantoont welke tijdsduur er vereist was om een dergelijke onderneming, die in 1961 werd aangevangen, tot een goed einde te brengen.

Nieuw seinhuis te Erquelinnes.

Na de elektrificatie van de lijn Amsterdam - Brussel - Paris, blijven er dus op Belgisch grondgebied de baanvakken Liège - Herbesthal grens (47 km) en Liège - Namur (60 km) te elektrificeren om aldus het onder spanning brengen te voltooien van een nieuwe grote internationale verkeersweg die drie landen op snelle wijze zal verbinden. De taak werd aangevat en zal, op haar beurt, tot een goed einde worden gebracht.


Bron: Het Spoor, februari 1965