A partir de 1899, le chauffage par la vapeur se généralisa. La vapeur, prise à la locomotive même, passait par un détendeur qui abaissait la pression et était envoyée, sans retour, par une conduite générale circulant d’un bout à l’autre du train. Cette conduite distribuait la vapeur dans chacun des compartiments à chauffer au moyen d’une tuyauterie de dérivation. Les voitures étaient reliées entre elles par un raccord mobile portant une soupape de vidange automatique. Celle-ci restait (...)
Accueil > Mots-clés > Locomotives Diesel/Diesel-locomotieven > Série/Reeks 52
Série/Reeks 52
Articles
-
Le chauffage par la vapeur
23 janvier 2009, par rixke -
Les « cousines » de nos 204
9 janvier 2008, par rixkeLe touriste belge, amateur de choses ferroviaires, voyageant en Norvège a l’agréable surprise de rencontrer des locomotives diesel presque identiques à nos CC types 202 et 204. Ces belles machines sont construites en Suède, par NOHAB.
Le constructeur suédois et le constructeur belge, tous deux licenciés de General Motors, ont dessiné, de concert avec cette firme, une carrosserie inspirée par celle des « Road Passengers » américaines.
Si la caisse de la machine suédoise est sensiblement (...) -
Met een Diesel van Schaarbeek naar Latour
13 oktober 2010, door rixkeIn de zomer wordt de hoofdstad van het land met die van de Gaumestreek - Virton - verbonden door een rechtstreekse reizigerstrein, de 2406, die Schaarbeek om 7 h 28 verlaat en om 11 h 53 te Virton toekomt.
De terugtrein - de 2475 - vertrekt om 17 h 45 en bereikt Schaarbeek om 22 h 05. Wil u even terugblikken in het verleden en ons in gedachten begeleiden op de 2406 ? Akkoord ? In orde, volg ons.
Station Schaarbeek. Een morgen in augustus met een bleke Belgische zomerzon en een (...) -
Evolution de la traction diesel
2 mars 2011, par rixkeAutorails d’avant-guerre et Brossel
Les premiers autorails ont fait leur apparition sur notre réseau en 1930. Mais la période d’avant-guerre a surtout été marquée par les tâtonnements inhérents à un nouveau mode de traction.
De 1930 à 1939, la SNCB a mis en service une soixantaine d’autorails de vingt types différents ; à part les tout premiers qui étaient à moteur à vapeur, tous les autres étaient équipés de moteurs diesel ; une majorité ne comportaient qu’une voiture, mais il y en (...) -
Les locomotives Diesel-électriques de la SNCB
6 août 2009, par rixkeTYPE 201 TYPES 202/203 Caractéristiques générales : Genre B-B C-C Puissance disponible, pour la traction CV 1 600 1 600 Poids global en ordre de marche, avec approvisionnements complets. T 87 108 Longueur totale, hors tampons m 16,150 19,007 Longueur hors traverses m 15,000 17,700 Distance d’axe en axe des bogies m 7,840 10 300 Empattement d’un bogie m 2,680 4 000 Hauteur hors tout m 4,120 4,225 Rayon minimum d’inscription en courbe m 75 90 Vitesse maximum km/heure 120 120 (...)
-
Onze Diesellocomotieven
6 oktober 2010, door rixkeDe dieselmotor
De dieselmotor verbruikt een vloeibare brandstol die binnen in de cilinders zelf verbrand wordt. Hij behoort bijgevolg tot de motoren met inwendige verbranding, evenals de benzinemotor die bij de automobiel gemeengoed is.
Deze twee motoren vertonen in uitzicht talrijke gelijkenissen. Indien we nochtans hun werking nauwkeuriger bestuderen, stellen we gevoelige verschillen vast. In de cilinders van een benzinemotor wordt een mengsel van lucht en verdampte brandstol matig (...) -
De stoomverwarming
23 januari 2009, door rixkeVanaf 1899, werd de stoomverwarming overal ingevoerd. De stoom die van de locomotief zelf werd afgenomen, ging door een expansiecilinder die de druk verlaagde, en werd, zonder terugkeer, door een algemene leiding gestuwd die van het ene einde van de trein naar het andere liep. Die leiding verdeelde de stoom in ieder der te verwarmen coupes door middel van een aftakkingsleiding. De rijtuigen waren onderling verbonden door een beweegbare koppeling die van een automatische afblaaskraan was (...)
-
La décoration de nos diesels
9 janvier 2008, par rixkeQuand peinture signifie sécurité...
La décoration attrayante de nos locomotives diesel leur confère un petit « air de famille ». Mais le but recherché ne consiste pas seulement à les rendre agréables à l’œil, car il s’agit avant tout de « bandes de visibilité ». Toutefois, celles-ci sont disposées de manière à compléter harmonieusement la ligne de la locomotive.
Le châssis, les bogies, les batteries, les réservoirs et les traverses de tête sont peints en noir ; le toit est noir « (...) -
Locomotives Diesel - électriques types 202-203
6 août 2009, par rixkeGénéralités.
Les 40 locomotives types 202 et 203 ont été construites par la S.A. Anglo-Franco-Belge à La Croyère, sous licence de l’Electromotive Division de la General Motors Corporation. Les groupes Diesel-génératrice ont été importés des Etats-Unis, tandis que les moteurs de traction ont été construits aux Usines Smit, à Slikkerveer (Hollande).
Ces locomotives sont du type C-C, c’est-à-dire qu’elles comportent deux bogies à trois essieux moteurs. Elles développent une puissance (...) -
De nieuwe nummering van de krachtvoertuigen
16 april 2009, door rixkeNaar aanleiding van de vele aanvragen die Het Spoor ontving, wijden wij dit artikel aan de nieuwe nummering van ons tractiematerieel, die sinds 1 januari 1971 toegepast wordt en het voorwerp uitmaakt van nevenstaande tabel.
De oude nummering met zes cijfers van onze elektrische en diesellocomotieven dateerde nog van de glorietijd van onze stoomlocomotieven. Deze werden geïdentificeerd door een getal van vijf cijfers, waarvan de eerste twee het type en de drie andere het volgnummer van (...)