Homepagina > Het Spoor > Filatelie > Het eeuwfeest van de spoorwegzegel

Het eeuwfeest van de spoorwegzegel

Paul Pastiels.

maandag 18 juni 2012, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Op 15 april 1879 ondertekende Charles Sainctelette, Minister van Openbare Werken, een ministerieel besluit dat op 1 mei daarop volgend van kracht werd. Het zoveelste in de rij! Maar ditmaal was het er een dat het boeken van de verzendingen van goederen per spoor aanzienlijk zou vergemakkelijken. Een gebeurtenis waarbij we dus wel even mogen stilstaan.

De ambtsperiode van C. Sainctelette, die gaat van juli 1878 tot januari 1882, blijkt bijzonder vruchtbaar te zijn geweest. Zijn omvangrijk departement beheerde Spoorwegen, Posterijen, Telegraaf, Mijnen, Waterwegen en Bruggen en Wegen. Tot de talloze prestaties waarop deze minister prat kon gaan, behoren de rationele herziening van de wetgevingen, het perfectioneren van de procedures, de nieuwe toepassingen van het principe van de functionele onderlinge afhankelijkheid van de grote diensten, de bouw van nieuwe spoorlijnen, posten telegraafkantoren. Van 1882 tot 1914 hebben zijn opvolgers zijn werk voortgezet en uitgebreid [1]. Maar laten we nu teruggaan tot 1879. Tot dan toe werden de verzendingen van goederen, bij vertrek of bij aankomst, ingeschreven naargelang de vervoerkosten door de afzender of door de geadresseerde vóór of na het vervoer betaald werden. De Controle op de Ontvangsten verifieerde achteraf de overeenstemming van de lopende rekeningen die elk station bij ontvangst of verzending bijhield.

Dat systeem werd spoedig ingewikkeld en kostbaar vanwege de ongebreidelde expansie van ons spoorwegnet, de tarievenoorlog die tussen de onderscheidene maatschappijen woedde, de onstuitbare ontwikkeling van de handel. Bovendien hadden de Kamers van Koophandel vaak verzocht om de invoering van een eenvormige taxering voor de pakjes van 5 kg en minder die de Staatsspoorwegen, ongeacht de afstand, verzonden.

Mede door het streven naar rationalisatie en naar besparing op de beheer kosten, werd het een noodzaak de zendingen bij vertrek van gefrankeerde verzendingsformulieren te laten vergezellen. Tevens diende de klant die frankering met plakzegels te kunnen uitvoeren. Derhalve vaardigde de Minister van Openbare Werken het volgende besluit uit:

  • “Art. 1. De colli van 5 kg en minder worden bij de Staatspoorwegen getaxeerd tegen de eenvormige prijs van 80 centiem of 50 centiem, naargelang ze aan de voorwaarden van tarief nr. 1 (express) of tarief nr. 2 (snelgoed) aangenomen, vervoerd en thuisbesteld worden;
  • “Art. 2. De bijkomende taks, te betalen in geval van aangifte van de waarde volgens welke de afzender vergoed moet worden voor verlies of beschadiging van zijn zending, wordt beperkt tot 10 centiem wanneer die waarde geen 200 fr. overschrijdt;
  • “Art. 3. De bijkomende taks, te betalen voor colli die thuisbezorgd moeten worden tegen terugbetaling, is beperkt tot 20 centiem wanneer het bedrag van die terugbetaling de 200 fr. niet overschrijdt;
  • “Art. 4. Elke colli dient vergezeld te zijn van een verzendingsformulier van het door de Administratie voorgeschreven model;
  • “Art. 5. De frankering is verplicht voor de taksen waarvan sprake in de artikelen 1,2 en 3 van onderhavig besluit. De frankering zal geschieden ofwel door betaling van de prijs op het kantoor van vertrek, ofwel door het plakken van zegels op het verzendingsformulier;
  • “Art. 6. Er zullen zegels van 10, 20, 50 en 80 centiem vervaardigd worden. Ze zullen in alle stations van de Staatsspoorweg te koop gesteld worden.

De zendingen werden, naargelang van hun aard, onderverdeeld in zes tarieven. Tarief nr. 1 was toepasselijk op de expreszendingen. Ze moesten met de eerstvertrekkende reizigerstrein verzonden worden (er was een half uur voorzien voor de formaliteiten van inschrijving enz.) en moesten even vlug als de reizigers het station van bestemming bereiken. Tarief nr. 2 (snelgoed) gold voor de pakjes van 5 kg en minder die “franco” verzonden werden. Ten vervoer aangeboden, ten minste een uur vóór het vertrek van de trein, moesten ze besteld worden in de voormiddag van de dag die volgde op hun aanneming. Tarief nr. 3 “vrachtgoed” en tarief nr. 4 werden respectievelijk toegepast op zware ladingen materialen of allerhande goederen en op “waarden” (goud, zilver, bankbiljetten,...). Tarief nr. 5 diende alleen voor gespannen, terwijl tarief nr. 6 bestemd was voor paarden, vee of honden.

Op 27 juli 1879 hadden de voornaamste concessiehoudende Belgische spoorwegcompagnies die tarieven aangenomen.

De eerste spoorwegzegels, die de Wapens van het Koninkrijk in een ovaal voorstelden, geflankeerd door twee gevleugelde wielen, hadden aanvankelijk vier verschillende waarden: 10, 20, 50 en 80 centiem. Vrij vlug kwamen daar de waarden van 25 ct en 1 fr. bij.

Ze werden getekend en gegraveerd door Charles Wiener en gedrukt door de firma Gouweloos uit Brussel. Vanaf 1882 werden de spoorwegzegels te Mechelen gedrukt door de “Werkplaats van het Zegel”.

In die tijd konden de Administraties van Posterijen, Telegraaf en Spoorwegen goed met elkaar opschieten. Het kwam wel eens meer voor dat die drie diensten in een zelfde station waren samengebracht onder de leiding van de stationschef.

Als gevolg van het K.B. van 16.12.1879 werden de banden tussen de Posterijen en de Spoorwegen nog wat nauwer toegehaald. De inhoud luidde inderdaad als volgt: “Ten einde de door de Administratie van de Staatsspoorwegen georganiseerde dienst van de pakjes van 5 kg en minder uit te breiden, en, inzonderheid, de plaatsen die niet door een station bediend worden van die dienst te laten profiteren, besluiten wij: enig artikel - onze Minister van Openbare Werken is gemachtigd de bedienden van de Posterijen als hulpkracht van de Administratie van de Staatsspoorwegen en voor rekening van die Administratie te doen meewerken aan de dienst van de colli van 5 kg en minder”.

Van dan af mochten de spoorwegzegels eveneens door de Posterijen afgestempeld worden. Op 23 april ll. hebben de Belgische Posterijen een speciale zegel van 8 fr. in omloop gebracht ter gelegenheid van de “Dag van de Postzegel” en tevens om het eeuwfeest van onze spoorwegzegels te herdenken. Wij nemen ons voor in volgende artikels wat nader in te gaan op de spoorwegfilatelie. Wij zullen het dan ook hebben over de macrofilie (voor de oningewijden: poststempels die op de postzendingen voorkomen), een interessant maar miskend onderwerp.


Bron: Het Spoor, november 1979


[1Bibliografie: Drs. A. Van Grunderbeek en T. Stocker - Balasse magazine nr. 211