Het Verdrag van Rome waarbij de Europese Economische Gemeenschap werd opgericht, beoogde de toekenning, binnen de Lid-Staten, van een grotere vrijheid in alles wat het verkeer van goederen, personen, diensten en kapitalen betreft. Weliswaar heerste er in de zes Staten op verscheidene gebieden van de economie reeds een zekere vrijheid, die alleen maar hoefde verruimd te worden, doch andere activiteiten konden niet onmiddellijk aan de vrije mededinging onderworpen worden. Zo deden de landbouw (…)
Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > In het kader van de EEG