Nederland: Veiligheid

De N.S. zullen de lijnen voor reizigersverkeer uitrusten met een inrichting die het automatisch stoppen der treinen beveelt. Volgens het uitvoeringsplan zal die nieuwe inrichting worden geïnstalleerd op heel het rollend materieel en op duizend kilometer lijnen tegen 1 januari 1969 en op de andere hoofdlijnen (1.600 km) tegen 1 januari 1971. Vanaf 1975 zullen alle sporen, die door reizigerstreinen bereden worden, met de nieuwe inrichting uitgerust zijn. Kenmerkend voor het stelsel is zijn bestendig toezicht op de rit van de trein door middel van stroomkringen met verschillende frequentie die, langs de sporen om en dank zij inductieve impulsies, voortdurend bevelen aan het tractievoertuig doorgeven. De seinen langs de baan zullen aldus op optische wijze in de cabine van de bestuurder herhaald worden. Indien deze laatste hierop niet reageert, weerklinkt een waarschuwend geluid, treden de remmen na enkele seconden in werking en zal de trein, volgens het geval, vertragen of stoppen. De N.S. verkiezen het principe van de gesloten keten met bestendige influentie, boven het principe van de werkzame stroom, waarbij de automatische verkeersleiding slechts op zekere punten van de leiding mogelijk is.