Homepagina > Het Spoor > Gedicht - Lectuur - Schilderij > Gestuwd door de tijd (XII)

Gestuwd door de tijd (XII)

Karel Vanooteghem.

vrijdag 12 januari 2024, door rixke

In het begin werden er tal van monumentale uurwerken gehuuwd.

De bekendste hiervan, die wij thans nog kunnen bekijken zijn: de „Torre dell’ Orologio” (1414) te Mantua; La Grosse-Horloge (1447) van Rouaan; de „Torre Maurizio” van Orvieto en de klok van de „Palazzo Publico” te Siena, beide uit de XIVe eeuw; het uurwerk van de Kathedraal van Munster (1550) en de klokken van de stadhuizen van München en Praag. Een bijzondere vermelding verdient de „Torro dell’ Orologio” van Venetië, die in 1496 gebouwd werd door Pietro Lombardo. Deze toren bezit de uitgebreidste versiering; boven de wijzerplaat is de „Aanbidding van de Drie Koningen” uitgebeeld en op het dak staan de „Mori” die op een klok slaan. Nader bij ons tijdperk, kennen wij ook de befaamde „Big Ben” van de Parlementsgebouwen te Londen, die in 1854 werd voltrokken.

In de XIXe eeuw werd de elektriciteit op de uurwerken toegepast; hun aandrijving geschiedt dan elektromagnetisch.

Geleidelijk werden de klokken en horloges verbeterd met al de snufjes van de moderne techniek. Zij werden in alle vormen en afmetingen gefabriceerd en zelfs in juwelen verwerkt. De moderne horloge werd waterdicht, stof- en schokvrij, zelfs automatisch. Voor de blinden werden speciale wijzerplaten uitgedacht. De preciesheid nam voortdurend toe, want de mens begon berekeningen te maken die uiterst juist moesten zijn. Een volledig overzicht van al die verbeteringen kunnen wij niet geven: het zou ons te ver leiden. Wij zullen er slechts één enkele vermelden die, naar onze mening, kan volstaan om de ingewikkeldheid en de precisie van de huidige klokken te bewijzen.

Onlangs werd door een groep geleerden van het elektronisch instituut van de wetenschappelijke academie te Praag, onder leiding van dr. Viktor Trkal, op basis van een quanta-generator een nieuwe klok ontworpen. De precisie ervan is afhankelijk van de frequentie-eenheid van de moleculengenerator en biedt slechts een afwijking van één seconde op 33.000 jaar! Hier spelen de atomen dus een veel aangenamere rol dan in de beruchte bom.

De ver doorgedreven preciesheid in het afmeten van de juiste tijd is een eigenschap die men bij alle spoormannen terugvindt. Daarom, is hun eerste en grootste bezorgdheid een degelijke horloge te bezitten.

De horlogefabrikanten hadden zulks van stonden aan ingezien toen het spoor zich tot een echt spinneweb begon uit te breiden. Zij stelden dadelijk alle middelen in het werk om de spoormannen voldoening te schenken. Hun vertegenwoordigers kwamen de spoormannen vinden aan de uitgangen van de stations, depots, werkplaatsen en werven, met een ganse collectie stevige, preciese zakhorloges, die, met een dikke ketting in roestvrij staal, aan het vestzakje of aan de revers van de jas werden vastgemaakt. Soms staken die horloges in een ijzeren doosje met een venstertje in een soort mica of plexiglas, om ze tegen het stof te beschutten. Meestal stond op de wijzerplaat of de achterzijde een mooi stoomlocomotiefje afgebeeld...

De oudere spoormannen onder ons zullen zich nog wel herinneren dat in België weldra één enkel merk van zakhorloges, al de andere schier volledig had verdrongen. Het was dat van de Zwitserse Rosskopf-fabriek [1].

Hoe dat mogelijk was? Wel, hier volgt de uitleg zoals hij mij gegeven werd door een gepensioneerde spoorman, die de bloeitijd van die horloges heel goed heeft gekend.

Een spoorarbeider kreeg een Rosskopf-horloge ten geschenke van een familielid dat een voor die tijd uitzonderlijke reis naar Zwitserland had gemaakt. Hij toonde het pronkstuk natuurlijk aan zijn werkmakkers. Deze werden niet alleen getroffen door de stevigheid en de preciesheid van het horloge, doch stonden vooral in bewondering voor het blinkende staal en nog meer voor het fraaie stoomlocomotiefje dat met blauwe trekken in het witte porselein van de wijzerplaat was getekend. Wat hadden zij toch graag ook zo’n horloge gehad!

Hier is een goede stuiver te verdienen, dacht onze spoorarbeider en hij bestelde zes „Rosskopfs” in Zwitserland. Meer durfde hij niet wagen met zijn karig loontje. Doch, kijk, de zes horloges gingen vliegensvlug van de hand en met de opbrengst van hun verkoop bestelde de pientere man er nu ineens twaalf! Ook deze werden als broodjes verkocht en de nieuwbakken handelaar besloot onverschrokken op de ingeslagen weg voort te stappen.

Zo werd hij de stichter van een horlogezaak die zich gestaag uitbreidde. Hij liet weldra zijn baantje bij het spoor schieten om zich nog alleen bezig te houden met de uitbouw van zijn horlogewinkel die een van de bekendste in België zou worden, mede dank zij de ongebreidelde bewondering van de spoormannen voor de Rosskopf-horloges.

Ik weet niet of dit verhaal volledig met de werkelijkheid strookt, maar... zelfs indien het niet waar is, als uitleg is het toch fijn gevonden en de meest waarachtige vertelsels zijn daarom nog niet altijd de mooiste...

Laten wij nu nog even nakijken hoe het uur bij de N.M.B.S. zo nauwkeurig mogelijk gehouden wordt.

In het begin liepen alle klokken natuurlijk afzonderlijk en hing hun regelmatige gang alleen af van de nauwgezetheid van het personeel en van het vakmanschap der uurwerkmakers. Zodra de elektriciteit haar intrede deed, kwam ook hierin een nuttige verandering.

Weldra werden de uurwerken uitgerust met elektrische contacten die zich elke seconde, halve minuut of minuut sloten. De gang van een groot aantal eenvoudige horloges kon alsdan gecontroleerd worden door een regulator of moederklok die de contacten deed sluiten. Al die klokken gaven steeds met volle zekerheid hetzelfde uur aan. Om de moederklok na te zien en te regelen, moest de verantwoordelijke bediende zich, echter, nog van een „zakchronometer” bedienen.

In 1922-1925, werd de dispatching op ons net ingevoerd en nam men deze gelegenheid te baat, om van uit dit centrale punt, het juiste uur naar alle stations van de lijn over te seinen langs de speciale telefoonlijnen. Wanneer zijn klok juist 8 of 15 uur aanduidde, duwde de dispatcher op een „uursleutel” die een speciale code uitzond. In de stations regelden de bedienden dadelijk hun horloges op de juiste tijd. Dit middel was evenwel verre van volmaakt, want er kwamen nog te veel mensen tussenbeide.

Omstreeks 1948, werd de „uursleutel” vervangen door een automatische bediening waarvoor het moederuurwerk zelf zorgde, door middel van een nokschijf voorzien van de nodige contacten. Daarna werd een afstandsbediening uitgewerkt, waarmee de moederklokken zelf op het juiste uur kunnen worden gezet. Thans wordt dagelijks, om 13 uur, ten hele reeks moederklokken automatisch bijgeregeld. Men gebruikt daarvoor de telefoonkringen van de gepupiniseerde kabels.

De verbeterklok te Brussel

Eén enkele verbeterklok, opgesteld te Brussel, die zelf voortdurend door het Koninklijk Observatorium van Ukkel gecontroleerd wordt, zendt de nodige impulsen uit. De moederklokken schakelen zich dagelijks, een paar ogenblikken vóór 13 uur, automatisch in op de stroomkringen voor bijregeling. Zij vangen de door Brussel uitgezonden impulsen op, regelen zich nauwkeurig en vertrekken dan weer in vrije loop voor een nieuwe dag. De secundaire uurwerken slepen zij aanhoudend mee, zodat overal een volmaakt synchronisme heerst.

Dat onze klokken met zulke perfecte eenstemmigheid tikken, hebben wij te danken aan onze technici en vaklieden, die steeds op de bres staan om door onverdroten zorgen en bestendige technische verbeteringen het spoorweguur in ere te houden.


Bron: Het Spoor, januari 1966


[1Dit is geen publiciteit. Deze fabriek is er een onder de honderden in Zwitserland, doch de Rosskopf-horloges waren in die tijd op ons net zodanig gekend dat de eigennaam Rosskopf, zonder enige andere toevoeging, het symbool werd van het spoorweghorloge bij uitnemendheid.