Spoormannen, uit alle hoeken van het land

Gij die stalen sporen legt en tunnels graaft,

Gij die bruggen trekt over dal en rivier,

Gij die seinen doet pinkelen langs de baan,

Gij die treinen doet daveren door het land,

Gij die het ijzer smeedt in vonkenregens,

Gij die de zagen doet zingen in het hout,

Gij schildwacht wakend over uw zwoegende broers.

Gij wachter op de denderende treinen.

Gij machinist op de ronkende loco’s,

Gij stoker met uw zwart en glimmend gelaat,

Gij rangeerder tussen knarsende wielen,

Gij stationsfacteur tussen wagenreeksen,

Gij lader blij torsend uw zware lasten,

Gij elektricien met uw nieuwe tuigen,

Gij allen, in stations, depots of bureaus,

Gij allen, in de sporen of de werkplaatsen,

Gij, die rekent, tekent, beveelt, denkt of schrijft,

Gij, die hamert, nagelt, timmert, zaagt of verft,

Gij, die schaaft, last, klinkt, drijft, dramt, giet, smeert of weegt.

Gij, spoormannen, zonder enig onderscheid,

Gij allen, steeds in dienst van de gemeenschap,

Vandaag het hoofd fier en vrolijk opgeheven,

Want dit is uw feest, uw welverdiende feest.