België: Evolutie van het verkeer der „Zware Goederen”

Het binnenverkeer tussen Belgische stations is gedurende de laatste tien jaren ten opzichte van de vooroorlogse toestand aanzienlijk verminderd. Van 36 miljoen ton in 1955 is het verminderd tot 27 miljoen ton in 1964. De weg biedt voor het bestelverkeer over korte afstand niet te loochenen voordelen.

Daarentegen blijft de spoorweg de aangewezen vervoerwijze voor massavervoer, zelfs over korte afstand. Het havenverkeer (tussen een Belgisch station en een Belgische haven, van de havens naar de grenzen, van de grenzen naar de havens) vertegenwoordigt in 1964 een tonnage van nagenoeg 15 miljoen ton, d.i. ongeveer 23 % van de totale tonnage. Er is een opvallende wederopleving van dat verkeer sedert het jaar 1958 waarin het een minimum van 10,5 miljoen ton had bereikt. In internationaal verkeer heeft de spoorweg in 1964 een totaal van 19 miljoen ton vervoerd, tegen 12 miljoen ton in 1937. Zulks volgt uit de invoering van de Verdragen van Rome en van Parijs, waarbij de markten van de basisprodukten op het niveau van de zes landen van de Gemeenschap werden verruimd. Dat geldt ook voor het doorvoerverkeer dat van 2 miljoen ton, in 1937, is gestegen tot nagenoeg 6 miljoen ton in 1964.