U.I.C.: De cybernetica en de spoorwegen

Van 4 tot 13 november werd te Parijs, in de zetel van de U.I.C. een symposion gehouden over de toepassing van de cybernetica op de spoorwegproblemen, of, in andere woorden, op de methoden betreffende de regeling of de zo automatisch mogelijke werking van de spoorwegexploitatie. Het symposion, waaraan 402 afgevaardigden uit 32 landen deelnamen (o.a. 41 Amerikanen, 4 Canadezen, 9 Russen, 27 Japanners, 1 Australiër, 2 Indiërs), stond werkelijk op een wereldpeil. Er werden een 90-tal referaten voorgedragen, waarvan twee door afgevaardigden van de N.M.B.S.

Het werk was verdeeld over vijf secties die zich respectievelijk bezighielden met de exploitatieproblemen die het geheel van een net interesseren, met de afzonderlijke problemen, met de boekhoudkundige en statistische vraagstukken, met de wiskundige procédés en de technische uitrusting.

Ofschoon het nog voorbarig is om reeds besluiten te formuleren – de overvloed van documenten moet thans bestudeerd worden om er datgene uit te halen wat voor eenieder nuttig is –, kan men toch bevestigen dat het symposion, zowel door de verheven inhoud van de referaten als door de bevoegdheid van hen die ze voordroegen, een groot succes is geweest.

Een algemene indruk dringt zich op: een spoorweg die steunt op de cybernetica is geen droombeeld meer; zijn realisatie zou de tegenhanger zijn van wat men in een ander domein de tweede industriële revolutie heeft genoemd. Maar dat zal niet zonder kosten en evenmin onmiddellijk gebeuren, want er zal nog heel wat studie bij te pas komen.