Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > De infrastructuur van het vervoer en haar investeringen

De infrastructuur van het vervoer en haar investeringen

dinsdag 20 februari 2024, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De Internationale Spoorwegunie heeft een brochure gepubliceerd „La politique des investissements dans l’infrastructure des transports” waarvan de inhoud, daarvan zijn wij overtuigd, de belangstelling van onze lezers zal opwekken.

West-Europa bestemt een vijfde van zijn investeringen voor het vervoer. In 1962 hebben de zes landen van de E.E.G., alleen maar voor het verkeer over de weg, te water en per spoor, 10 miljard dollar uitgegeven. Worden die enorme bedragen wel oordeelkundig gebruikt? Het is niet gemakkelijk hierop een klare kijk te krijgen. Nu hebben de infrastructuren van het vervoer een lange levensduur: ze bepalen de economische bedrijvigheid op lange termijn. Men zou dienaangaande dan ook wat meer klaarheid mogen verschaffen ten einde in de toekomst elke verspilling op dat gebied te voorkomen.

Drie verkeerswegen, alle drie onontbeerlijk voor de gemeenschap. Van de ene worden de rekeningen gemaakt, maar die van de andere?

Terwijl van het spoor verlangd wordt dat het zijn investeringen financiert met behulp van zijn ontvangsten of van zijn leningen, nemen de Openbare Machten zo maar die van de weg en van de bevaarbare waterweg op zich [1].

De infrastructuuruitgaven die niet gedekt worden door de gebruikers, vallen vanzelfsprekend ten laste van de Openbare Machten, m.a.w. van de belastingbetalers. Indien de verantwoordelijke overheidsorganen uiteindelijk aan de drie vervoerwijzen kredieten moeten verlenen, wordt die toekenning door verschillende overheden fragmentarisch en zonder coördinatie onderzocht, wat tot overbodige verwezenlijkingen en andere economische vergissingen leidt.

De harmonieuze ontwikkeling van de infrastructuur van het vervoer zou het gevolg moeten zijn van een in gemeen overleg ontworpen plan dat rekening houdt met al de voor- en nadelen die uit elke nieuwe investering kunnen ontstaan. Verre van toe te geven aan een bepaald lyrisme der grootscheepse uitvoeringen, dat soms particuliere belangen verdoezelt en vaak tot verspilling leidt, zou men moeten komen tot een coördinatie van de investeringen en de eindkeuze overlaten aan één en dezelfde autoriteit die overeenkomstig het algemeen belang zou handelen.

Die autoriteit zou dan nog dienen te weten wat elk vervoer kost; bovendien zou ze ook hun respectieve lasten moeten kunnen schatten. Zulks onderstelt de gelijkschakeling der concurrentievoorwaarden en de normalisering der rekeningen van de vervoerondernemingen om te voorkomen dat de rekeningen met externe elementen vervalst zouden worden: algemeen belang, sociaal beleid, inrichting van het grondgebied, militaire behoeften, enz. Zulks onderstelt verder dat sommige uitgaven van de weg en van de waterweg niet meer over verschillende begrotingen verdeeld worden. Dan zal het begrotingsevenwicht een doelmatige indijking zijn tegen verspilling doordat er een rechtstreekse financiële sanctie zal worden gesteld tegenover elke verkeerde beslissing inzake investering. Het zal de gebruikers remmen in hun verlangens, daar men hen laat merken dat zij er de prijs voor zullen moeten betalen en het zal paal en perk stellen aan hun drang om pressiegroepen te vormen die de beslissing van de verantwoordelijke overheidslichamen moeten afdwingen.

Wanneer elke Staat volledige en uitvoerige vervoerrekeningen zal doen bijhouden, zodat men precies kan bepalen wat de openbare machten en, bijgevolg, de belastingsplichtigen samen in die sector van de economie hebben uitgegeven, zal er, wat de weg betreft, nog het onderscheid moeten worden gemaakt onder de verschillende categorieën van voertuigen. Op het stuk van de slijtage der wegen, bestaat er geen enkele verhouding tussen de verantwoordelijkheid van de vrachtauto’s en die van de kleine auto’s. Zo heeft de President van de U.S.A. overigens reeds een wijziging in de verdeling van de belastingen voorgesteld ten einde de te lage belasting te verhelpen die op de zware vrachtwagens wordt toegepast. Dit realisme zou als voorbeeld genomen moeten worden voor sommige abnormale toestanden in Europa. De economische waarheid eist dat het geval van het zwaar wegvervoer gescheiden wordt van het toerismevervoer daar het eerste ruimschoots bevoordeeld is ten nadele van het tweede.

De spoorwegen vrezen niet dat er volledige rekeningen opgemaakt worden en dat er, op dat belangrijk gebied van de economie, volledige klaarheid gebracht wordt. Dat is het besluit waartoe men komt, na lezing van de brochure van de U.I.C.


Bron: Het Spoor, augustus 1966


[1Er is evenwel een verschil in het voordeel van de gebruikers van de waterweg: eensdeels betalen de weggebruikers aanzienlijke taksen, maar ze worden niet aangewend voor de begroting van de wegen; anderdeels betalen de gebruikers van de waterweg slechts zeer beperkte taksen die nauwelijks de gewone exploitatiekosten dekken, wat elke mogelijkheid om in de infrastructuurkosten bij te dragen uitsluit, hoe gering die mogelijkheid ook is.