In 1954 heeft de Britse industrie veertien diesel-elektrische locomotieven van die klasse geleverd. Ze worden door de Commonwealth Rlys gebruikt op hun net van Centraal Australië dat zich uitstrekt over 1.250 km van de Zuidkust (Port Augusta) tot in het hart van het eiland (Alice Springs). Die locomotieven trekken 275 t op hellingen van 17 per duizend. De machinekamer staat onder lichte druk opdat het woestijnzand er niet zou binnendringen. Om dezelfde reden moet de lucht die bestemd is (...)
Homepagina > Het Spoor > Buitenland > Locomotieven uit alle windstreken
Locomotieven uit alle windstreken
-
Commonwealth Railways. Klasse NSU.
23 mei 2011, door rixke -
Empresa Ferrocarriles des Estado Argentino. Reeks 5200.
23 mei 2011, door rixkeVan juli 1957 tot februari 1958 leverde de Franse industrie 25 diesel-elektrische locomotieven aan het net “General Roca” van de Argentijnse Staatsspoorwegen. Die machines, genummerd van 5201 tot 5225, zijn afgeleid van de CC 65000 van de S.N.C.F (ex-060 DB). Ze onderhouden reizigers- en goederentreindiensten en zijn ieder uitgerust met twee motoren 12 cil. van 925 pk (de motoren van de Franse locomotieven ontwikkelen 900 pk). Er vallen nog andere verschillen aan te stippen: spoorwijdte, (...)
-
Deutsche Bundesbahn. Reeks 103.
23 mei 2011, door rixkeIn 1962 had de DB een voorserie besteld van vier locomotieven, toen E 03 genoemd, die de maximumsnelheid van 200 km/h in normale dienst en 250 km/h in testritten. De eerste daarvan werd voorgesteld op11 februari 1965. De vier locomotieven hebben deze snelheid bereikt tijdens testen tussen Forchheim en Bamberg (ten noorden van Nürenberg). Vervolgens, tijdens de internationale transporttentoonstelling van München, in 1965, hebben ze parcours afgelegd op de lijn München - Augsburg aan 200 (...)
-
Deutsche Reichsbahn. Reeks V 100.
16 mei 2011, door rixkeDe V 100 zijn diesel-hydraulische locomotieven die gebruikt worden voor zware rangeerdiensten en voor het trekken van lichte reizigers- en goederentreinen. Ze bestaan uit een centrale post die voorzien is van twee bedieningslessenaars. In de voorste motorkap zijn de dieselmotor en de afkoelingsgroep ondergebracht; onder de achterste motorkap zitten sen stoomketel met waterreservoir voor de verwarming van de treinen, de hoofdreservoirs, de batterijen, enz. Het gelast frame rust op de (...)
-
Deutsche Reichsbahn. Reeksen E 11/E 42.
16 mei 2011, door rixkeNa de proeven met de twee in 1961 gebouwde prototypen, werden de locomotieven E 11, vanaf 1963, geleverd door een “volksonderneming” uit Hennigsdorf (voorstad van Oost-Berlijn). Die locomotieven onderhouden zowel de expresdiensten als de stop- en goederendiensten op de geëlektrificeerde lijnen van Thuringen en Saksen, in de Duitse Demokratische Republiek. Ze kunnen oen reizigerstrein trekken van 400 t met een snelheid van 60 km/h op een helling van 25 per duizend, of een exprestrein van (...)
-
Deutsche Reichsbahn. Reeksen V 180/V 200.
16 mei 2011, door rixkeDe V 180, een diesel-hydraulische locomotief voor gemengde diensten, verscheen in Oost-Duitsland in 1960. Ze is uitgerust met twee motoren van 900 pk en kan in meervoudige eenheden rijden. De twee versies, V 180 met vier assen, voor hoofdlijnen, en V 180² met zes assen, voor lijnen met geringe belasting, zijn identiek, behalve de draaistellen en de reservoirs. Door toepassing van de drukvulling op de motoren, bekwam men de V 200 en V 200². Deze werden voorgesteld op de handelsbeurzen van (...)
-
S.N.C.F. BB 25100.
11 mei 2011, door rixkeDie locomotieven voor gemengde dienst, genummerd van 25101 tor 25125, werden in 1964-65 geleverd. Het zijn machines voor twee stroomsystemen, met siliciumgelijkrichters, uitgerust met elektrische weerstandsremmen. Het aanbrengen van een belangrijk blok weerstandenregelaar kon geschieden door de hoofdtransformator tussen de langsliggers te verlagen. De bogies SFAC, die een cardanoverbrenging “Jacquemin” hebben, omvatten ieder twee in draagframe opgehangen motoren. De cabines zijn versterkt (...)
-
Osthannoversche Eisenbahnen. N° 200.091 tot 200.093.
9 mei 2011, door rixkeDe Oosthannoverse Spoorwegen (OHE) zijn, wegens hun uitgestrektheid, het belangrijkste particuliere spoorwegnet van Duitsland. Ze werden opgericht in 1944 om de exploitatie over te nemen van een tiental enkelsporige, secundaire lijnen die voordien door evenveel autonome maatschappijen geëxploiteerd warden. Al de lijnen vormen een net van 335 km, dat draait om de steden Lüneburg en Celle, te midden van de “Lüneburger Hei”, ten oosten van de as Hamburg - Hannover.
De drie modernste (...) -
Deutsche Bundesbahn. Type V200.
9 mei 2011, door rixkeIn 1952/53 hebben verschillende bouwers samen vijf prototypen van de V 200 gebouwd. Na hun afwerking werd, in 1956, een reeks van 86 locomotieven besteld. Elke locomotief is voorzien van twee dieselmotoren van 1.000 of 1.100 pk en van een hydraulische transmissie. Men gebruikt drie typen van motoren. De V 200 sleept expres-treinen op lange en gemiddelde afstanden.
VOORNAAMSTE KENMERKEN: symbool, B’B’; spoor, 1,435 m; bouwers, Krauss-Maffei & Mak; dieselmotor, (...) -
Deutsche Bundesbahn. Reeks 184 (ex-E 410).
9 mei 2011, door rixkeDe DB ontving haar eerste locomotief voor vier systemen, de E 410 001, tijdens een plechtigheid die op 25 oktober 1966 werd georganiseerd in de Krupp-fabrieken te Essen. De vijf locomotieven van de reeks E 410 (reeks 184 sedert januari 1968) worden “Europa-Lokomotiven” genoemd. Na een periode van zeer nauwkeurige proefnemingen, tijdens welke ze gestationeerd zijn te Saarbrücken, zullen ze in dienst gesteld worden op de lijnen Saarbriicken - Metz - Epernay - Parijs, Keulen - Emmerich - (...)