Homepagina > Het Spoor > Maatschappij > De „public relations” bij de N.M.B.S.

De „public relations” bij de N.M.B.S.

A. Vanbergen, Eerste Inspecteur

woensdag 30 mei 2018, door rixke

 „Public relations”, propaganda, publiciteit.

De „public relations” zijn geenszins een verkapte vorm van propaganda, noch een moderne versie of een uitwas van de publiciteit. Ze zijn een geheel van interne en externe betrekkingen die een voor het eigen bedrijf gunstige sfeer willen scheppen, onderhouden of bevorderen. De voornaamste bedoeling ervan is, het publiek eerlijk en objectief voor te lichten over de wijze waarop de onderneming haar taak opvat en werkelijk ten uitvoer brengt.

Misverstanden zijn vaak uitsluitend te wijten aan onwetendheid of onbegrip betreffende het nut en het leven van de onderneming, haar problemen. Slechts door eerlijk de waarheid te verspreiden, kunnen de „public relations” hun doel bereiken. Ze moeten vooral beducht zijn voor leugenachtige verklaringen, het verhelen of het eenvoudig verdraaien van feiten, want zulke tekortkomingen kunnen schade berokkenen aan de goede faam van de onderneming en deze op de duur zelfs alle vertrouwen en krediet bij het publiek doen verspelen.

De propaganda is een geheel van middelen waarmee men de openbare mening poogt warm te maken voor een ideologie; het is geleide informatie, meestal vermengd met fanatisme, en speculerend op de lichtgelovigheid en de emotionaliteit van de massa. Propaganda heeft niets gemeens met de objectieve en dialogerende berichtgeving van de „public relations”.

De publiciteit, van haar kant, is het geheel van de technieken die gebruikt worden in het onmiddellijk belang van een produkt, een firma of een groep ondernemingen, niet de bedoeling een cliënteel te werven, te behouden of uit te breiden. Het voornaamste doel ervan is dus uitsluitend commercieel, d.w.z, de verkoop van produkten of diensten in de hand werken door de technische of commerciële voordelen ervan bekend te maken. Daartoe maakt de publiciteit onvermijdelijk gebruik van verleidingsmiddelen en van argumenten die tot de verbeelding spreken, meestal met een neiging tot overdrijving die, naargelang het land, min of meer belangrijk is. In tegenstelling tot de „public relations” zegt de publiciteit niet de hele waarheid. Ze doet vrijwel nooit een beroep op het redeneringsvermogen en het kritisch oordeel van de cliënteel tot wie ze zich richt. Maar er is publiciteit die behoort tot de essentie van de „public relations”.

 Waarom ook „public relations” bij de N.M.B.S.?

De „public relations” van onze Maatschappij beogen een voor het bedrijf gunstige atmosfeer te scheppen, in stand te houden of te bevorderen, zulks dan hoofdzakelijk door het verstrekken van objectieve voorlichting. M.a.w. ze hebben tot taak het publiek welwillend te stemmen door middel van dialoog en informatie, het „image” van de N.M.B.S. te verbeteren, haar een goede reputatie te bezorgen en deze zoveel mogelijk bekend te maken.

Maar als voornaamste openbare vervoerder in België is het voor de N.M.B.S. vooreerst van fundamenteel belang te weten welk gebruik het publiek van haar diensten maakt. Immers, geheel haar activiteit steunt op de kennis van de vervoerbehoeften van de gemeenschap en op de gestadige aanpassing van de spoorwegorganisatie aan de evolutie van die behoeften. Het bevredigen van die behoeften is dan ook de beste en meest dankbare vorm van „public relations”. De technici van het spoor zijn in feite onze eerste en beste verdedigers.

Andere „public relations” worden bovendien individueel verzorgd door alle personeelsleden die in betrekking staan met de cliënteel. Men mag zelfs beweren dat bij de N.M.B.S. elke bediende en zelfs elke gepensioneerde een „public relations”-taak is toebedeeld.

„Wij verroeren zowel uw colli van 60 kg als uw wagenladingen...”
De tekst behoort tot de bevoegdheid van de „public relations”.

Het komt er dus op aan elke spoorman door voorlichting (bijv. via het tijdschrift Het Spoor) in staat te stellen de vooroordelen en de kritiek te bestrijden. Bovendien moet iedereen zich in die strijd door de hogere overheid gesteund weten.

Een typische taak van de spoorweg-„public relations” bestaat er dan ook in de knibbelkritiek te neutraliseren; zulks gebeurt best door een dienst die een groot publiek bereikt en over ruimere middelen beschikt.

M.a.w., het komt erop aan op het niveau van de algemene directie en met middelen die het hele land bestrijken:

  1. de openbare mening te bewijzen en ervan te overtuigen dat de Maatschappij niets onverlet laat om de behoeften van haar cliënteel te kennen en die behoeften in de mate van het mogelijke te bevredigen;
  2. gegronde kritiek van het publiek te beantwoorden door het vooreerst onze spijt te betuigen en het vervolgens objectief te informeren, niet alleen over de moeilijkheden die een goede dienstverlening hebben gehinderd of belet, maar eveneens over de inspanningen die worden gedaan om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen.

 Taak van de dienst „Pers en public relations”.

Om elke spoorman in zijn persoonlijke inspanning te steunen, en om de verschillende soorten van publiek (volwassenen, jongeren, studenten; reizigers- en goederencliënteel; ontevredenen, onverschilligen, sympathisanten, enz.) te bereiken en in te lichten, gebruikt de dienst „Pers en public relations” de meest verscheiden middelen, waaronder de voornaamste zijn:

Elke spoorman is een agent van de „public relations”.
  • de persmededelingen, die over ’t algemeen naar alle kranten evenals naar radio en televisie worden gezonden, het zij rechtstreeks over de post, hetzij door bemiddeling van het agentschap Belga, dat ze per telex of per post verspreidt;
  • de uitreiking aan de pers van het tijdschrift SPOORVARIA (uitgegeven door de International Spoorwegunie), en af en toe van vulgarisatieartikelen, wanneer de behandelde stof zulks verantwoordt;
  • het schriftelijk beantwoorden en rechtzetten van in de pers verschenen klachten of kritiek (gebruik van het rechtop antwoord);
  • de persoonlijke contacten met journalisten, hetzij in onze kantoren, hetzij in de kantoren van de dagbladen, het zij elders, in dit laatste geval naar aanleiding van spoorweg- of andere gebeurtenissen. Dank zij die contacten zijn de betrekkingen tussen de N.M.B.S. en de pers over ’t algemeen uitstekend en kunnen hun resultaten, ofschoon weinig spectaculair, toch zeer positief worden genoemd (voorkomen van kritiek, kosteloze publicatie van mededelingen, enz.);
  • de verspreiding in de pers van brochures, berichten, foto’s en andere documenten, inzonderheid ter gelegenheid van persconferenties, plechtigheden, recepties, bezichtiging van werkterreinen of spoorweginstallaties, enz.; bovendien wordt dezelfde documentatie telkens op eenvoudig verzoek verstrekt aan personen, scholen, groeperingen, enz., die inlichtingen over de spoorweg wensen te bekomen;
  • de effectieve medewerking aan radio- of televisie-uitzendingen waarin de spoorweg of zijn installaties als thema of als kader worden gebruikt Die medewerking, welke doorgaans ook aan filmvennootschappen en aan amateur-kineasten of -fotografen verleend wordt, kan eventueel gaan tot het verhuren van rollend materieel en het inleggen van speciale treinen;
  • de medewerking aan spoorwegreportages waarvan de exclusiviteit aan sommige dagbladen of tijdschriften wordt toegestaan;
  • het beheer en de exploitatie van het spoorwegmuseum, dat een grote aantrekkingskracht uitoefent op scholen en groeperingen en dat elk jaar door zowat 50 000 personen wordt bezocht;
  • de organisatie van geleide collectieve bezoeken aan installaties en diensten van de N.M.B.S. (stations, werkplaatsen, stapelplaatsen, werkterreinen, enz.), meestal op verzoek van belangstellende groeperingen;
  • het openen van spoorwegstands op tentoonstellingen;
  • allerlei inlichtingen, hulp en medewerking bij allerhande gelegenheden, aan allerlei personen of verenigingen die de N.M.B.S. en de spoorweg gunstig gezind zijn.

Bron: Het Spoor, juli 1970