Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Treinen > De nieuwe nummering van de reizigerstreinen

De nieuwe nummering van de reizigerstreinen

R. Decooman.

zaterdag 17 februari 2024, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Ter gelegenheid van de elektrificatie van de verbinding Luik - Keulen, werden alle seinposten van de Luikse agglomeratie gecentraliseerd in een enkele post, die in de gebouwen van station Luik-Guillemins is opgesteld. Die centrale post leidt en controleert een zone die zich, ten noorden, uitstrekt tot Ans, ten oosten tot Bressoux, ten zuiden tot voorbij Angleur en ten westen tot Kinkempois.

Bovendien werd het station zó „hervormd” dat het snelverkeer van de verbinding Brussel - Keulen rechtstreeks aan het perron wordt gebracht via een kokerbrug; het ontwijkt aldus elk wisselstraten-complex dat steeds aan snelheids-verminderingen onderhevig is.

Verder heeft men ook een eerste proefneming voorzien voor de automatische afstandsbediening van het vastleggen der rijwegen door de trein zelf in heel de zone die van de centrale post afhangt. Om het belang van dat nieuwe stelsel duidelijk in te zien, zullen wij b.v. een exprestrein volgen die uit Keulen vertrekt. Aan de grens zal hij een zone binnenrijden die, tot Chênée, afhangt van een enkele post, de CVL (centrale verkeersleiding, zie „Het Spoor” nr 65 van januari 1962). De seingever aan de grens zal de identificatie van de trein inbrengen in een toestel voor treinmelding (T.T.M. of „train-describer”). Die identificatie, welke het nummer van de trein is, zal in de post van de CVL zichtbaar worden op een bord. Dit bord voor de „identificatie van de trein”, want zo wordt het genoemd, bevindt zich boven het optisch controlebord dat in niets verschilt van de gelijknamige borden in de gewone seinposten. Die identificatie zal automatisch overgebracht worden naarmate de trein op de lijn vordert. Tot hier toe is er niets nieuws.

Maar te Chênée, waar de zone begint die van de centrale post afhangt, zal de identificatie van die reizigerstrein automatisch worden geïnterpreteerd en, dank zij een inrichting voor automatische afstandsbediening, zal de exprestrein, zonder enige menselijke ingreep rechtstreeks naar spoor 13 te Luik-Guillemins worden geleid.

De stoptreinen zullen automatisch naar spoor 14 geleid worden. De treinen die van Brussel komen, zullen niet door een zone rijden die van een CVL afhangt. Maar ook zij worden in het stelsel van het T.T.M. opgenomen, waarna ze, vanaf het ogenblik dat ze de zone bereiken die van de centrale post te Luik-Guillemins afhangt, automatisch naar hun respectieve sporen zullen worden geleid: 11 voor de doorgaande en half doorgaande treinen; 12 voor de stoptreinen.

Die automatisering vereist een nummering van de treinen die aangepast is aan het stelsel en die derwijze opgevat is dat ze later tot heel het net kan worden uitgebreid.

De basisprincipes van de nieuwe nummering

De „reizigerslijnen” van het net zijn in een bepaald aantal „verkeersverbindingen” gegroepeerd. Dit woord heeft zowel betrekking op een grote verkeersstroom die over verschillende lijnen loopt welke in elkaars verlenging (Welkenraedt - Brussel - Oostende) of ten opzichte van elkaar in vork (Welkenraedt - Brussel - Bergen - Quévy) liggen, als op een aanvoerstroom die slechts een secundaire lijn gebruikt (Luik - Spa).

In principe, krijgt elke verkeersverbinding een nummer. De verbindingen Welkenraedt - Oostende en Welkenraedt - Bergen zullen ieder een verschillend nummer hebben, ofschoon een deel van het traject (Welkenraedt - Brussel) aan beide gemeen is. Een lijn kan dus gemeen zijn aan verschillende verkeersverbindingen.

De treinen berijden een verkeersverbinding geheel of gedeeltelijk, maar normaal gaan ze niet over van de ene naar de andere verkeersverbinding, uitgezonderd als ze van nummer veranderen. Zo zal een trein die Brussel met Givet verbindt twee nummers hebben, de eerste van Brussel tot Namen, de tweede van Namen tot Givet.

Men is uitgegaan van vier belangrijke verkeers-verbindingen:

  • Welkenraedt - Brussel - Oostende;
  • Ardennen - Kust;
  • Charleroi - Antwerpen;
  • Welkenraedt - Brussel - Quévy.

Buiten die vier verkeersverbindingen werden er nog 36 andere ingesteld. B.v., Brussel - Hasselt, Luik - Charleroi.

Die veertig verkeersverbindingen zijn opgenomen in een doorlopende nummering van 05 tot 49 (de reeksen 00 tot 04 zijn bestemd voor de nummering der internationale treinen).

Op die basis kan het nummer van vier cijfers van de reizigerstreinen op de hierna volgende wijze gecodificeerd worden:

  • de eerste twee cijfers (05 tot 49) of die cijfers plus vijftig (55 tot 99) geven het nummer van de verkeersverbinding;
  • de laatste twee cijfers vormen een doorlopende nummering in het gebied van de verbinding, waaraan desgevallend een bijkomende betekenis kan worden gegeven.

Laten wij een concreet voorbeeld nemen: de twee reiswegen Oostende - Brussel - Luik - Welkenraedt en Bergen - Brussel - Luik - Welkenraedt vormen twee verschillende verkeersverbindingen die de lijn Brussel - Welkenraedt gemeen hebben. Hun verkeersverbindingsnummer is: 07 voor Oostende - Welkenraedt; 13 voor Bergen - Welkenraedt.

De doorgaande en half doorgaande treinen die rijden tussen Oostende en Welkenraedt zullen dus aangeduid worden met de nummers 0700, 0701, 0702, enz.; die welke rijden tussen Bergen en Welkenraedt, 1300, 1301, 1302, enz.

De stoptreinen die rijden tussen Luik en Welkenraedt kunnen worden gekoppeld ofwel aan de verkeersverbinding 07, ofwel aan de verbinding 13, evenals die welke rijden tussen Waremme en Luik. In het eerste geval zijn ze gekoppeld aan de verkeersverbinding 13; ze dragen dus het nr 6301, 6302, enz. (inderdaad, het codenummer van de verbinding voor een stoptrein 13 + 50); in het tweede geval 5700, 5701, 5702, enz.

Voor de belangrijke verkeersverbindingen zoals b.v. Antwerpen - Charleroi, Oostende - Welkenraedt, Bergen - Welkenraedt, Knokke - Aarlen, heeft men evenwel aan de verbinding twee nummers gegeven in plaats van een enkel; voor de verbinding 07 heeft men eveneens 08 voorgeschreven; voor de verbinding 13, heeft men eveneens 16 voorgeschreven. Op die wijze heeft men het bestaan van twee codenummers per verbinding te baat genomen om ze toe te kennen aan een bepaalde verkeersrichting. De treinen van de reeks 0700 rijden tussen Oostende en Welkenraedt, die van Welkenraedt naar Oostende dragen een nummer van de reeks 0800.

De bedoelde hernummering wordt vanaf 22 mei 1966 toegepast op alle treinen die in de Luikse agglomeratie rijden of deze aandoen. Het nieuwe stelsel zal geleidelijk over heel het net worden uitgebreid.

Door de invoering van dat nummeringsprincipe zal de automatisering van het vastleggen der rijwegen in de grote stations, die doorgaans door verschillende „verkeersverbindingen” worden doorkruist, kunnen gebeuren door alleen maar de eerste twee cijfers van het nummer te analyseren. Ofschoon die verwezenlijking gebeurt in het kader van de toepassing van de cybernetica bij de exploitatie der spoorwegen, zal ze het toch mogelijk maken de bedienden te ontlasten van de immer vervelende routinehandelingen.


Bron: Het Spoor, juli 1966