Homepagina > Het Spoor > Rollend materieel > Rijtuigen > De nieuwe 2de klasse rijtuigen gebouwd door de N.M.B.S.

De nieuwe 2de klasse rijtuigen gebouwd door de N.M.B.S.

P. Frenay, eerste ingenieur.

maandag 16 september 2013, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

Wat “ZIJ” erover denken
M. A. Gusbin reist op de lijn 162 sedert 1907, jaar waarin hij zijn eerste netabonnement bekwam. Hij kent het traject zo goed als de beste spoorman. “Ge kunt dat wel begrijpen, zegt hij, ik doe het nu al 51 jaar! Ik ken al de bedienden van de lijn. Tussen twee haakjes, die bedienden zijn buitengewoon gedienstig. Wat de nieuwe rijtuigen betreft, het zijn, natuurlijk, de beste die ik gekend heb. Ge kunt niets beters vinden, tenzij ge in een slaapwagen zoudt reizen...”
M. R. Liebaers, ook een netabonnee, roept opgetogen uit: “Bravo voor de stabiliteit van het geheel en voor het vaste tafeltje: eindelijk kan ik schrijven tijdens de rit! " Hij wenste een volmaakter verluchtingssysteem waardoor de zijdelingse luchttocht volledig zou verholpen worden. Dit ongemak behoort nu tot het verleden: de Studiedienst heeft thans, in de nieuwe rijtuigen van de reeks M2, vensterramen doen aanbrengen die, aan de bovenkant, voorzien zijn van schuifruitjes met deflector, waardoor de verluchting veel doeltreffender wordt.
Mej. Gh. Casel is ook tevreden, vooral over het tafeltje, dat zo praktisch is om er het handtasje op te zetten of het tijdschrift dat men tijdens de reis leest. De dames moeten hun handtasje niet meer naast zich plaatsen, zodat ze ruimte en comfort inwinnen.
De allernieuwste M 2-rijtuigen.
En dit is de mening van M. G. Lievens, die elke dag met de trein naar zijn werk reist: “Een woord van dank voor uw technici: ik kan lezen in de trein zonder mijn ogen te vermoeien. In de nieuwe rijtuigen is het hinderlijk schokken en daveren uitgesloten, en welk een goede verlichting ! Dank zij de geluiddemping, behoef ik, bovendien, niet meer te schreeuwen om mij aan mijn metgezellen verstaanbaar te maken.”
Mevrouw Solange Feuvrier komt uit Frankrijk, uit de Gard om nauwkeurig te zijn. Ze geeft ons heel graag haar mening te kennen, nadat ze ons, niet een tintelende blik, haar man voorgesteld heeft (hij werkt in een fabriek van mineraal water dat “psjt” doet...). Wat haar vooral opviel is de ongemene reinheid van de rijtuigen, het comfort van de tafeltjes en van de “vidangeurs” (zo noemt ze de vuilnisbakjes). “Het reizen is werkelijk echt aangenaam op het net van de N.M.B.S., roept ze uit. Uw rijtuigen doen me denken aan het comfort van de diesel-expres-treinen in Frankrijk.”
Jozef De Smedt, zoals het een goed kelner betaamt, is blij dat er tafeltjes voorzien werden. Ze schijnen te wachten op bestellingen en er wordt niet gemorst, want het materieel is volledig stabiel, zelfs bij zeer hoge snelheid. “De pakkenrekken, zegt hij, zijn uitstekend; spijtig genoeg vergeten tal van reizigers dat ze bestaan; ze plaatsen hun reisgoed in de gang en denken niet aan de voorkoming van de ongevallen noch aan de gebroken potten...”
Voor Robert Werbrouck, hoofdwagenschouwer, zijn de nieuwe rijtuigen uitstekend. “Rem- en trekinrichting, buffers, verwarming, deuren, alles is opperbest. Er moet wel buitengewoon ruw geremd worden, opdat een wagenschouwer een geloste wielband zou vinden. Slechts heel zelden moet een rijtuig uit de dienstregeling genomen worden...”
Jan Van Hove is, als rijtuigpoetser, vooral tevreden over de schermen die verhinderen dat de afval onder de banken schuift. Nochtans eist het schoonmaken meer werk wegens de talrijke metalen sierstukken en de opgevulde zittingen; maar het is ook veel aangenamer! De gemelamineerde panelen schitteren als nieuw, wanneer men ze maar even opwrijft met een vochtige doek. “Ik heb er hartzeer van, zegt hij, als ik zie dat vandalen in de zittingen of panelen gekerfd hebben. Ge moet toch maar weinig opvoeding hebben om zulk mooi en stevig materieel te willen beschadigen.”
“Dit is zeker het best gebouwde licht materieel van na de oorlog, zegt de hoofdwachter Maurits Piffet, en voor het controlepersoneel is alles perfect in orde. De portieren sluiten gemakkelijk; de sluiting biedt, daarenboven, een volkomen veiligheid. Voor onze verplaatsingen gaat er niets boven een gang midden in een rijtuig dat goed in evenwicht blijft. Op de verlichting valt ook niets aan te merken. Wat de W.C. ’s betreft, weten sommige reizigers nog niet hoe de waterspoeling werkt: ze vergeten op het pedaal te drukken...

“Maar allen waarderen het flinke comfort: als de trein uit verschillende rijtuigen bestaat, kiezen de reizigers, bij voorkeur, het nieuwe materieel. Een klein gebrek: de dwarslat, die de halve vensters scheidt, belemmert het zicht van enkele reizigers die, als ze neerzitten, de ogen juist op die plaats hebben. Maar dit euvel verdwijnt met het allernieuwste raammodel van de M2-rijtuigen.”


Bron: Het Spoor, september 1958


[1Zie “Het Spoor” van mei 1957.

[2Zie “Het Spoor” van mei 1957.