Homepagina > Het Spoor > Geschiedenis > Van Sporeghem Junior > Richard Trevithick en de eerste locomotief

Richard Trevithick en de eerste locomotief

Phil Dambly.

vrijdag 23 januari 2009, door rixke

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De eerste locomotief is het werk van Richard Trevithick, bijgenaamd de «Reus van Cornwall».

Richard Trevithick (1771-1833)

Hij werd in 1771 geboren te Illogan nabij Camborne en voelde zich vrij vlug aangetrokken door de mechanica. Naast een atletische gestalte, bezat hij een originele geest en een ontstuimig, wilskrachtig en opgeruimd karakter. Als jonge «mijningenieur» richtte hij zijn opzoekingen naar de stoommachine. Van 1797 af, beproefde hij modellen van stoommachines, wat een aanwijzing bleek voor zijn toekomstige uitvindingen. Later liet hij, samen met zijn neef Andrew Vivian, een stoomdiligence op rails rijden; dit was een uitvinding van Olivier Evans, de Amerikaanse pionier van de hoge druk. Van 1803 tot 1808 deed hij proeven met de eerste drie locomotieven. Daarna hield hij zich bezig met stoomboten, pompen, de tunnel onder de Theems, enz. Van 1816 tot 1827 oefende hij zijn beroep van ingenieur uit in Peru, Chili, Colombia en Nicaragua. In deze landen had hij een zo avontuurlijk leven gesleten dat hij straatarm naar Engeland terugkeerde en er te Dartford (Kent) op 22 april 1833 in de grootste ellende overleed.

De eerste locomotief van Trevithick, gebouwd in 1803

De eerste echte locomotief werd door Trevithick gebouwd in 1803. Zij sleepte de met metaal geladen wagens op een spoor van 9 3/4 mijl lengte dat de ijzergieterijen van Penydarran, nabij Merthyr Tydvil, met Abercynon (Wales) verbond. Zij reed de eerste maal op 13 februari 1804 en legde haar eerste traject af de 21 daarop volgend. Tijdens deze rit sleepte zij 10 ton ijzer en vijf wagens, met 70 mannen beladen, tegen een snelheid van 5 mijl per uur.

In 1805 werd te Newcastle, naar de gegevens van Trevithick, een bijna gelijkaardige locomotief gebouwd voor de mijn van Wylan. Zij zou echter nooit in dienst komen en omgebouwd worden tot een vaste machine.

In 1808 liet Trevithick een kleine machine op vier wielen bouwen met een verticale cilinder die in de achterzijde van de stoomketel uitmondde en door een keerkoppelstang met de achterste wielen verbonden was. Zij werd «Catch me who can» («Vang mij wie kan») gedoopt en opgesteld nabij Euston Square in Londen op een omloopspoor, omgeven door een afsluiting, toegankelijk voor het publiek tegen betaling van 5 shilling. Een shilling méér gaf recht op een plaats in de aanhangwagen. Zij werd verscheidene weken gebruikt, doch liep, ingevolge het breken van een rail, uit de sporen en kantelde om. Trevithick, die geldgebrek had en nergens steun vond, zette daarop zijn spoorwegproefnemingen stop.


Bron: Het Spoor, juni 1961